Frida is een vrouw die wat op zichzelf is. Ze woont samen met haar humeurige kat Gizmo en ze heeft niet echt vrienden. Ze werkt in een bibliotheek en ze houdt daar alles in de gaten. Zo ziet ze dat haar buurvrouw Juliet regelmatig Gullmar ontmoet, terwijl Juliet getrouwd is met schrijver Per. Op een dag komt Per de bibliotheek binnen stormen en beschuldigt Gullmar van het stelen van een oud, waardevol boek. Gullmar ontkent en Per beschuldigt ook nog anderen. De politie wordt ingeschakeld, maar voor ze dit kunnen oplossen wordt er een moord gepleegd. Aangezien Frida van puzzelen houdt, probeert ze ook dit mysterie op te lossen. Op nieuwsgierige wijze probeert ze van verschillende kanten informatie te achterhalen en bemoeit ze zich met het onderzoek. Met dat laatste irriteert ze de recherche die de zaken op moet lossen. 

De boekenmoord is vanuit Frida geschreven. De lezer leert haar zo redelijk goed kennen. Ze is geen sympathiek persoon en komt over als een bemoeial met niet veel empathie. Het is wat lastiger om de verbinding met Frida aan te gaan en echt mee te leven. Zo blijft de lezer ook wat meer op een afstandje bij de speurtocht van Frida. Er zit verder weinig spanning in het verhaal. De boekenmoord is meer een detective dan een spannende roman. Bij het eerste hoofdstuk worden meteen al wat verschillende personages voorgesteld. Dit is even opletten. Het verhaal leest soms wat trager, dat komt mede doordat er af en toe wat herhaling is. De verhaallijn over de ouders en vooral de vader van Frida voegt weinig toe en zorgt er ook voor dat de vaart wat minder in het verhaal blijft. 

De boekenmoord is een rustig opgebouwde detective waarbij wat meer vaart wenselijk was geweest.