Astrid: Waarom heeft Chantal Zwart geen hoofdrol in dit boek?
Michael: Omdat er in dit verhaal geen rol voor haar was weggelegd. Bovendien wilde ik een stand-alone schrijven, een afgeronde roman. Het idee kwam overigens van een uitgever die mijn eerste boek (Twee zomers) afwees en me in een lange mail aanmoedigde om een boek te schrijven dat geen zoveelste kloon van een boek van Saskia Noort of Ester Verhoef was, maar een boek met een mannelijke hoofdpersoon die ongeveer net zo oud was als ikzelf. Hôtel du Lac heb ik direct na Twee zomers geschreven. Het is dus mijn tweede boek, maar mijn toenmalige uitgeefdirecteur wilde een vervolg op Twee zomers en ook nog een deel 3. Die boeken heb ik overigens met veel plezier geschreven, maar Hôtel du Lac was er en bleef op de plank liggen. Met de komst van een nieuwe uitgeefdirecteur bij The House of Books kwam er eindelijk de mogelijkheid om het verhaal toch uitgegeven te krijgen.
Astrid: Hoe komt het dat je in Frankrijk bent gaan wonen? Heb je last van heimwee?
Michael: Zo’n zestien jaar geleden hebben we in Frankrijk voor een appel en een ei een vakantiehuis gekocht. Een oude boerderij met wat land in een streek waar bijna geen toeristen komen. Toen ik in 2004 besloot om te stoppen met werken bij de omroep en we alles verkochten wat we in Nederland hadden, was het niet meer dan logisch om van ons vakantiehuis ons domicilie te maken. Het huis was betaald, het terrein was groot genoeg om er een moestuin aan te leggen. We hebben nog even over kippen en schapen gedacht, maar hebben besloten het bij een hond en drie katten te houden. En zo wonen we nu al 7 jaar en campagne. Lekker rustig en uitgezonderd de winter met een voortdurend vakantiegevoel. Van heimwee naar Nederland heb ik dan ook absoluut geen last. Voor een schrijver is het hier perfect. Niet te veel afleiding en niet iedere dag iemand aan de deur die iets van je moet of je van het werk houdt. Twee, drie keer per jaar ben ik een weekje in Nederland. Meer dan genoeg.
Astrid: Hôtel du Lac gaat vooral over vriendschap tussen een aantal vrienden, waar heb je de inspiratie voor dit onderwerp vandaan gehaald?
Michael: Dat heeft dus veel te maken met de raad van die uitgever die mijn eerste boek niet wilde, maar kennelijk wel vond dat ik als schrijver iets in mijn mars had. Ik heb Hôtel du Lac vrij intuïtief geschreven, zonder een synopsis, puur op gevoel. Je creëert een personage en daarna gaat het verhaal letterlijk me je aan de haal. Na de eerste versie zag ik pas welke thema’s er in het boek zaten. Vriendschap en verraad, maar ook acceptatie van vreemden. In de vele versies die na de eerste versie volgden ben ik met die thema’s aan de slag gegaan en heb alles overboord gezet wat er niet bij hoorde.
Astrid: Zitten er autobiografische elementen in dit boek verwerkt?
Michael: Veel. Ik was pianist, was ook verbonden aan de Kleinkunstacademie en heb een paar jaar nog gedacht dat ik een geweldige zanger zou worden. Ook heb ik in krakerkringen rondgelopen en actie gevoerd tegen de bouw van de metro in Amsterdam. De eerlijkheid gebiedt me te bekennen dat zodra de eerste stenen door de lucht vlogen ik alweer in de kroeg zat. Kortom: de achtergrond van de drie hoofdpersonen Maarten, Hugo en Stefan zijn mij niet onbekend. O ja, en dan kom ik ook nog uit Limburg en als journalist was ik ooit in Oeganda. Hoe autobiografisch wil je het hebben? Maar denk niet dat je mijn ervaringen een op een op het boek kunt leggen. Het is een roman, dus alles is gefantaseerd en iedere overeenkomst met de werkelijkheid berust op toeval.
Astrid: In het boek is de vrouwelijke hoofdpersoon zwart. De vrienden deden nogal racistisch, waarom deze keuze?
Michael: Ik vind niet dat die vrienden racistisch reageren. Stefan zeker niet. Hugo misschien wel. Hij heeft zich van linkse kraker ontwikkeld tot een rechtse rakker en een PVV-aanhanger die alles wat vreemd is afwijst. Aisa, de vrouwelijke hoofdpersoon, is zwart omdat ze uit Oeganda komt. Als ik Maarten een sabbatical in Griekenland had laten doorbrengen, had ze Medea geheten en was ze blank geweest. Het gaat er niet om dat Aisa zwart is, maar dat ze anders is en daarmee de bestaande verhoudingen tussen Maarten en zijn vrienden op scherp zet.
Astrid: Je hebt er ook voor gekozen HIV aan de orde te brengen in Hôtel du Lac, waarom heb je deze keus gemaakt?
Michael: Omdat in Oeganda twee miljoen hiv-geïnfecteerden wonen. Als een van de hoofdpersonen uit dat land komt, krijg je de daarbij behorende problematiek erbij. Bovendien biedt de ziekte ongekende mogelijkheden voor een spannend plot. Meer ga ik er niet over zeggen, want mensen moeten Hôtel du Lac vooral lezen.
Astrid: Wat lees je zelf graag voor boeken en wie is je favoriete auteur?
Michael: Ik lees veel en van alles door elkaar. Allereerst zijn er de buitenlandse thrillerauteurs die ik recenseer voor Crimezone. Stieg Larson is mijn held van de laatste jaren. Verder ben ik een grote fan van Patricia Highsmith. Dan er zijn er de klassieke auteurs als Marquez, Hesse en Hermans die ik steeds weer herlees. Ik probeer de nieuwe Nederlandse literatuur te volgen en was erg blij met Joe Speedboot van Tommy Wieringa. Tot slot ben ik dol op humor, een moeilijk en onderschat genre. Namen? Kees van Kooten en Astrid Harrewijn. Je ziet: ik lees alles door elkaar. Als het maar goed is. Astrid
Bezoekersreacties:
|