Geef de pen door...6
Door: Antoinette Kalkman op 17 juni 2018

Geef de pen door... is een schrijfproject waarbij tien auteurs hun krachten hebben gebundeld om gezamenlijk een spannende vrouwenthriller te schrijven. Een idee dat spontaan is ontstaan en waar de tien auteurs enthousiast aan willen meewerken.

De auteurs die meedoen zijn: Gaby Rasters, Tamara Haagmans, Esther Boek, Janneke Bazelmans, Antoinette Kalkman, Tamara Onos, Saskia Oudshoorn, Barbara Sevenstern, Jojanneke Buschgens en Ingrid Mulder.

Elke twee weken zal er een vervolg verschijnen waarbij de auteurs uitgedaagd worden verder te schrijven op de gedeeltes die een andere auteur heeft geschreven. Het is een experiment en we zijn allemaal benieuwd wat voor verhaal hieruit gaat rollen... 
Lezen jullie mee?


Voor hoofdstuk 5 klik hier


Antoinette Kalkman is ondernemer, marketeer en columnist. Zij combineert het managen van twee bedrijven in de financiële dienstverlening met het schrijven van columns in vakbladen waarin ze strijdt voor een klantvriendelijkere aanpak door banken. In 2014 heeft ze de verhalenbundel Schuld & Boete gepubliceerd. Binnen twee maanden verscheen van deze buitengewone alledaagse verhalen uit de financiële praktijk een tweede druk. Met enige regelmaat geeft ze lezingen over de wijze waarop je de mens op nummer 1 zet zonder het zakelijke uit het oog te verliezen. Momenteel legt ze de laatste hand aan de thriller Bonuszoon en heeft ze recent met Marelle Boersma de ThrillerAcademie opgericht. 

Meer informatie: www.thrilleracademie.nl

Hoofdstuk 6 - Antoinette Kalkman


Sanne schuift weg van haar telefoon alsof ze het nieuws op die manier van zich af kan houden. Dit mag niet. Ze kan het niet geloven. Dit gebeurt niet. Niet nog een keer. Niet met haar kind.
  ‘Hallo? Bent u daar nog? Mevrouw Vermeren? …..Sanne?!’ 
  Sanne kijkt verdwaasd naar het toestel dat voor haar ligt en na enige aarzeling pakt ze het met trillende handen op. Ze drukt het apparaat weer aan haar oor en roept boven het geluid van haar bonkende hart uit: ‘Jaaaaa, ik ben hier, hoezo is Maartje niet op school gekomen? Ze is al uren geleden van huis weg gegaan. Waarom bellen jullie nu pas?’ Ze luistert nauwelijks naar het antwoord. ‘Ik kom eraan,’ zegt ze gehaast terwijl ze de mentor van Maartje aan de andere kant van de lijn wegdrukt.  
  Ze stopt de telefoon in haar broekzak en bukt voorover om haar schoenen te pakken die ze eerder onder tafel heeft uitgeschopt. Als ze overeind komt, wordt het even zwart voor haar ogen en ze grijpt zich aan de rand van de eettafel vast. Terwijl ze probeert de opkomende paniekaanval weg te zuchten, dreint een barse stem in haar hoofd in het ritme van het pulserende bloed dat naar haar hoofd stijgt: ‘Nummer drie, nummer drie, nummer drie, nummer dr ...’
   ‘Nee!’ Sanne gilt zo hard dat haar keel er pijn van doet. ‘Dit gaat niet gebeuren, verdomme.’ Driftig schuift ze de eetkamerstoel naar achteren en rent naar de voordeur. In haar vaart naar buiten grist ze haar fietssleutels uit het mandje dat door haar onbesuisde gegraai op de plavuizen vloer valt. Sleutels, afgedankte jasknopen, bonnetjes en ov-jaarkaarten verspreiden zich over de grond. 
  Sanne heeft er geen oog voor, kwakt de deur achter zich dicht en spurt naar haar fiets. 
  Een paar tellen later racet ze de hoek om en trapt ze zo hard als ze kan in de richting van de school van Maartje. Met een hand stuurt ze haar fiets dwars over de rotondes en negeert de auto’s die luid toeterend voor haar moeten remmen. Met haar andere hand probeert ze haar nieuwe telefoon te bedienen. Inwendig vloekt ze op haar zoon die het ‘super cool’ had gevonden dat ze de nieuwste iPhone, uiteraard op zijn aanraden, had gekocht.
  ‘Daar kan je vet veel mee mam.’ 
  Zo vet, dat ze nu het eropaan komt de weg kwijtraakt in het geheugen van dat ding. Ze drukt nog een paar keer venijnig op de toetsen en dan hoort ze plotseling zijn stem. ‘Patrick? Patrick! Goddank, je neemt op. Je moet komen. Ze hebben Maartje.’ 
  ‘Hoe bedoel je? Doe niet zo hysterisch. Je hijgt als een postpaard.’ 
  ‘Ik zit op de fiets naar school. Ze hebben gebeld. Maartje is weg. Ze is niet op school aangekomen. ’De laatste zin wordt gesmoord in een snik. Tranen rollen over haar wangen. Tranen van angst, schuldbesef, maar ook van opluchting dat ze Patrick te pakken heeft. Hij wil dan wel zo min mogelijk met haar te maken hebben, maar ze heeft hem nu nodig. Ze kan dit niet alleen. 
  ‘Rustig blijven Sanne! Ze heeft misschien een dagje gespijbeld. Het hoeft niet te betekenen dat ...’ 
  Het blijft opeens stil aan de andere kant en ze weet wat Patrick nu denkt. In gedachten ziet ze dat hij zijn handen om het stuur klemt, zijn gezicht verkrampt. Ook hij denkt terug aan toen. In de verte ziet ze het schoolgebouw opdoemen en ze zet nog eens extra aan. Met haar mond wijd open hapt ze als een bezetene naar adem en ze voelt dat haar shirt tegen haar bezwete rug blijft plakken. Ze kan bijna niet meer en ze knippert met haar oogleden. De straat en de gebouwen dansen voor haar ogen. Ze is duizelig van angst en vermoeidheid. Ze schrikt op als ze de stem van Patrick weer hoort: ‘Ik kom er aan. Hou me op de hoogte.’ 
  Ze hoort een klik en daarna niets meer. De rauwe klank in zijn stem echoot na in haar oor en haar mond is droog als oude kurk. Ze voelt zijn pijn diep in haar maag. Schuldgevoel kruipt als een giftige slang omhoog. 
  Patrick had haar gewaarschuwd toen ze het boek uitbracht. ‘Hier komen ongelukken van’, had hij tegen haar gebulderd voordat hij met grote stappen voortijdig de boekpresentatie had verlaten. 
  Destijds had ze onaangedaan haar schouders opgetrokken, te opgetogen dat ze was bij het zien van het grote aantal gasten dat naar de presentatie was gekomen. Ze had hem die middag niet eens verwacht, zelfs niet uitgenodigd. Haar verhaal was fictie en had niets met hun geschiedenis te maken. Via Maartje had hij voortijdig een exemplaar van Verdronken waarheid in handen gekregen. Dat was nooit de bedoeling van Sanne geweest maar ze nam het haar dochter uiteraard niet kwalijk. Maartje was alleen maar hartstikke trots op haar moeder en dat gevoel wilde ze delen met haar vader. Ze begreep niet waarom haar vader zo boos werd en was verongelijkt over zijn reactie thuis gekomen. Diep vanbinnen wist Sanne natuurlijk wel beter. Dat deel van hun gezamenlijke verleden hadden ze altijd verborgen gehouden voor hun kinderen. 
  Desondanks had ze Patricks woede laconiek terzijde geschoven. Haar verhaal was een zeer vrije vertaling van de werkelijkheid en ze had zich slechts zijdelings laten inspireren. Dat Patrick dit anders zag was niet haar probleem vond ze. 
  Ze had een kop thee voor Maartje en zichzelf ingeschonken en balorig een extra groot stuk chocola in de richting van haar dochter gegooid. De teleurstelling over haar vaders reactie was als sneeuw voor de zon verdwenen en had plaats gemaakt voor een grote glimlach. Maartje bleef nooit lang sikkeneuren.
  Maartje … Een vlammende pijn schiet door Sannes ingewanden en ze krimpt ineen terwijl ze van de fiets stapt. Was het haar fout dat Maartje weg was? Was ze door haar zucht naar roem het sluimerende gevaar uit het oog verloren? Het was zo lang geleden, ze had nooit gedacht dat iemand er ooit over zou beginnen. Had zij door haar boek de deksel van de doofpot afgehaald en was haar Maartje hiervan de dupe? Ze zou het zichzelf nooit vergeven. Had ze maar naar Patrick geluisterd. 
  Sanne gunt zich geen tijd om haar fiets op slot te zetten en rent de vier treden van het bordes op en rukt de zware eikenhouten deur van het statige schoolgebouw open. Eenmaal binnen blijft ze rennen en glijdt in de bocht aan het uiteinde van de gang bijna languit over het net gesopte linoleum. ‘Kan je niet uitkijken!’, snauwt ze tegen de verbouwereerde schoonmaker die een bedremmeld ‘sorry’ mummelt. Ze gunt zich geen tijd om zich te schamen voor haar ongefundeerde uitval en vliegt de trap op naar de eerste verdieping waar de mentorlokalen zijn. ‘Sanne, daar ben je!’ In haar rug schalt een bekende stem uit een ver verleden boven zijn klossende voetstappen uit. 
  Ze draait zich om en ziet een mager mannetje in een minstens twee maten te grote, rood geblokte houthakkershemd haar kant op rennen. Hij springt omhoog en slaat de eerste paar treden van de trap over, zodat hij als een duveltje uit een doosje ineens op nauwelijks tien centimeter voor haar staat. Door de vaart is zijn bril scheef op zijn neus gaan staan en piekt zijn peper-en-zout kleurige haar onder zijn montuur door in zijn ogen. 
  Ze herkent hem direct aan het gebaar waarmee hij zijn haar van zijn voorhoofd wrijft. ‘Maartje is verdwenen.’ 
  Sanne deinst achteruit. Zelfs zijn mondgeur is in die ruim twintig jaar dat ze elkaar niet van zo dichtbij gezien hebben niet veranderd. Ze geeft hem een stomp op zijn borst en schreeuwt: ‘En wat heb jij daar mee te maken Nico?’ 
  Zijn ogen worden zo groot als schoteltjes en hij begint te stotteren. Dat deed hij vroeger ook al als hij zenuwachtig werd. ‘Doe nnnormaal Sanne, natuurlijk heb ik er niets mee te maken. Ik hoorde het in de lerarenkamer en zag je aankomen op het schoolplein. Dus ik kwam je tegemoet. Misschien kan ik helpen.’ 
  Sanne voelt haar boosheid in haar benen zakken en ze moet zich aan Nico vasthouden om niet te vallen. Hij pakt haar vast en terwijl ze snikkend haar hoofd op zijn iele schouders laat rusten, klopt hij haar onhandig troostend op haar rug. 
  ‘Mevrouw Vermeren?’ De mentor van Maartjes klas is ongemerkt de trap afgelopen en staat nu een trede boven Sanne en Nico. ‘Kom maar even mee naar mijn kamer. U bent vreselijk in paniek zie ik. Laten we uitgaan van het positieve. Er is vast een goede reden voor haar absentie.’ Terwijl de mentor Sanne met zachte hand naar boven begeleidt, draait ze zich om naar Nico, ‘Regel jij even twee koppen koffie, Jansen?’ 
  Een uur later hebben ze alle scenario’s doorlopen en zijn de meeste vriendinnen van Maartje, die nog op school zijn, uit de klas gehaald en bevraagd. Niemand heeft iets van haar gehoord. Geen whatsappje, geen belletje, geen snapchat, helemaal niks. Sanne checkt voor de zoveelste keer alle apps op haar telefoon. Ze weet het antwoord al, Maartje is de hele dag nog niet online geweest. 
  Patrick is inmiddels op school aangekomen en heeft hun dochter vanuit de auto al zestig keer gebeld. ‘Elke keer die verrekte voicemail’, vertelt hij terwijl hij gefrustreerd met zijn vuisten op het bureau van de mentor slaat. 
  Dat had Sanne natuurlijk ook al gemerkt maar ze besluit wijselijk te zwijgen als ze zijn gezichtsuitdrukking ziet.
  ‘Meestal komen de dames en heren wel weer opdagen na een dagje. Misschien zit ze inmiddels al lang en breed thuis op haar kamer.’          Sanne wipt onrustig op haar stoel heen en weer terwijl Patrick lamgeslagen naar zijn vuisten blijft staren. ‘Of vermoedt u iets anders soms? U maakt zich nogal ongerust zie ik, begrijpelijk hoor, maar meestal komt het allemaal op zijn pootjes terecht.’ 
  Sanne voelt de onderzoekende ogen van mentor Scheltema op haar gezicht branden en ze buigt haar hoofd. Ze moet bij de les blijven. We gedragen ons natuurlijk hysterisch, realiseert ze zich ineens. Niemand mag vermoeden wat er in haar en Patricks hoofd rondspookt. Sanne tikt Patrick aan en zegt: ‘Kom, mevrouw Scheltema heeft gelijk. Ze is inmiddels vast thuis.’ 
  Patrick kijkt haar verbaasd aan maar staat toch op en loopt als een mak schaap achter Sanne aan de mentorkamer uit.
  ‘Laat u het weten als u haar thuis aantreft?’ roept de mentor hen na. 
  Sanne knikt afwezig ter bevestiging terwijl haar brein overuren draait. Waar is Maartje? 
  Eenmaal buiten maken Patrick en zij een kort actieplan. Patrick is met de auto en dus sneller bij het ven. Ze spreken het niet naar elkaar uit maar beiden weten ze dat hij daar het eerste gaat zoeken. Sanne zal de vriendinnen die ze nog niet te pakken heeft gekregen gaan bellen en op de terugweg naar huis fietst ze nog even langs Ellen, het sportmaatje van Maartje.  
  Vlug haalt Sanne haar telefoon uit haar kontzak als ze die voelt trillen. Haar stem schiet een octaaf hoger: ‘Maartje!’. Ze voelt het bloed uit haar gezicht vloeien als ze zijn sms-bericht ziet. Ze was de blogger helemaal vergeten. Dat hij juist nu een bericht stuurt. Dat kan geen toeval zijn. Sanne schudt haar hoofd als ze ziet dat Patrick haar verwachtingsvol aankijkt. ‘Ik ga!’, zegt ze terwijl ze op haar fiets springt en er als een haas vandoor gaat. Ze moet nu weten wie hij is. Hij heeft hiermee te maken. 
  Alles in haar huis straalt rust en veiligheid uit, maar inwendig woedt bij haar een felle veenbrand. Sanne ramt bijna door haar toetsenbord heen op zoek naar de identiteit van die idioot die haar lastig valt. ‘Ik zal je vinden, etterbak,’ mompelt ze voor zich uit. Maar waar moet ze beginnen? 
  Ze zou Joris moeten roepen. Die is zo handig met computers, maar ze wil haar zoon niet ongerust maken. Hij heeft nog niet in de gaten dat zijn zus weg is en toen ze thuis kwam lag hij uitgebreid te chillen op zijn kamer. Koptelefoon op. Helemaal zen. Over hem hoefde ze zich gelukkig geen zorgen te maken. Nadat ze zijn kamerdeur dicht had gedaan, was ze nog een keer gaan kijken in de kamer van Maartje. Uiteraard leeg. Net als haar hart.
  Ze is zo ingespannen bezig dat ze zijn kuch pas hoort als hij vlak achter haar op de drempel van de tuindeur staat. Ze slaakt een kreet van schrik. ‘Wat doe je in mijn huis?’
  ‘Sorry San, ik wil je niet laten schrikken. Ik ben achterom gelopen en het tuinhekje stond open dus ik dacht, ik lll…oop gelijk do..oo..or. Ik dacht, misschien kan ik je helpen?’ 
  Ze staat op om hem de deur te wijzen maar dan bedenkt ze zich. ‘Jij bent toch goed met dit?’ Ze wijst met een machteloos gebaar op haar laptop. 
  Nico knikt opgetogen als een blij kind dat zijn moeder mag helpen en schuift achter haar toetsenbord. Met tien vingers in de aanslag kijkt hij verwachtingsvol omhoog naar Sanne. 
  Ze aarzelt maar realiseert zich dat ze de gok moet nemen en laat hem op het beeldscherm van haar telefoon kijken. ‘Er is een blogger die me de afgelopen dagen vervelende berichten stuurt. Misschien heeft het er niks mee te maken, maar ergens voel ik dat hij weet waar Maartje is.’ 
  Sanne gaat naast Nico zitten terwijl hij in een sneltreinvaart over het net surft. Binnen no time vindt hij niet alleen de blogsite, maar ook twee andere sites waarop de blogger actief is. Nico leunt steeds verder naar voren en het zware montuur van zijn bril tikt bijna tegen het beeldscherm van de laptop. Ondertussen brabbelt hij onsamenhangende woorden waar niets uit op te maken valt. Het doet Sanne denken aan vroeger toen hij achter haar in de schoolbank zat. Toen vond ze dat al onaantrekkelijk en bovenal hoogst irritant. 
  ‘Ga eens opzij, Nico. Ik kan helemaal niets zien. Heb je al wat?’ 
  Nico wijkt iets naar achteren en gunt Sanne het volle zicht terwijl hij de webpagina’s over het scherm laat scrollen. Het gaat haar te snel en ze legt haar hand op zijn vinger waarmee hij de muis bedient als op dat moment haar telefoon gaat. Sanne houdt haar adem in en kijkt verbijsterd naar de foto voor haar op de laptop. Ze drukt op het groene telefoontje zonder iets te zeggen en luistert.
  ‘Hallo? Hallo? Sanne, ben je daar? Is Maartje al thuis. Ik heb overal gezocht maar kan haar niet vinden. Ik ben daar geweest. Kansloos. Helemaal overwoekerd. Daar is in jaren niemand geweest. Is ze bij jou? Verdomme Sanne, zeg eens wat!’ 
  Sanne laat haar iPhone zakken en hoort Patrick in haar schoot verder vloeken. Het dringt nauwelijks tot haar door. Ondanks het warme weer begint ze te klappertanden en haar adem giert door haar keel. Ze kijkt om beurten naar de foto op het scherm en dan terug naar Nico die haar met een verbaasd gezicht aanstaart. Ze heeft geen idee hoe lang ze daar zitten zonder iets te zeggen. Seconden, minuten die uren lijken. Hoe lang het ook duurt, ze komt pas weer tot leven als ze een autoportier dicht hoort klappen en niet veel later Patrick met grote stappen binnen komt lopen. 
  ‘Waarom geef je geen antw…?’ Patricks blik pint zich vast aan het beeldscherm en zijn mond valt open.

Klik hier voor hoofstuk 7 en 8

Antoinette Kalkman

Niets van wat hier geschreven wordt mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VrouwenThrillers.nl en de auteur. 


Ondanks dat het geschrevene met alle zorgvuldigheid wordt geredigeerd kan er toch een foutje in de tekst zijn achtergebleven. Bij constatering daarvan zouden wij het op prijs stellen dit aan ons door te geven en een mail te sturen naar info@vrouwenthrillers.nl. Ook voor eventuele op-en aanmerkingen kan er gemaild worden naar het genoemde mailadres.



Bezoekersreacties:
Website Security Test