Geef de pen door...17
Door: Tamara Onos op 4 november 2018

Geef de pen door... is een schrijfproject waarbij tien auteurs hun krachten hebben gebundeld om gezamenlijk een spannende vrouwenthriller te schrijven. Een idee dat spontaan is ontstaan en waar de tien auteurs enthousiast aan willen meewerken.

De auteurs die meedoen zijn: Gaby Rasters, Tamara Haagmans, Esther Boek, Janneke Bazelmans, Antoinette Kalkman, Tamara Onos, Saskia Oudshoorn, Barbara Sevenstern, Jojanneke Buschgens en Ingrid Mulder.

Elke twee weken zal er een vervolg verschijnen waarbij de auteurs uitgedaagd worden verder te schrijven op de gedeeltes die een andere auteur heeft geschreven. Het is een experiment en we zijn allemaal benieuwd wat voor verhaal hieruit gaat rollen... 
Lezen jullie mee?


Voor hoofdstuk 16 klik hier


Tamara Onos is als zelfstandig arbeidshygiënist expert in het onderzoek en advies over arbeidsomstandigheden en gezondheid. Haar werk brengt haar in uiteenlopende bedrijven en op unieke locaties. Die ervaringen maakt zij zichtbaar in haar thrillers, columns en blogs. Ze is vaste columnist bij het vakblad Arbo en bij websites voor arboprofessionals. Ze schrijft haar dagelijkse ervaringen op in pakkende columns die te lezen zijn op haar website www.tamaraonos.nl. 
Begin 2019 wordt haar debuutthriller Onder Invloed gepubliceerd bij uitgeverij LetterRijn. .

Hoofdstuk 17 - Tamara Onos



1992 

Zorgvuldig tekent Sanne de arm van Madonna vol met armbanden. Ze buigt dieper over haar agenda, zodat het lege tafeltje naast haar buiten haar gezichtsveld valt. De wereld draait gewoon verder, maar ziet er wel heel anders uit. Ze haat het.   
   ‘Sanne,’ klinkt het hard door het lokaal. ‘Ik vroeg of jij dit wilt aanvullen.’    
   Sanne schiet rechtop en kijkt naar het rijtje woorden op het bord waar haar lerares Engels naar wijst.   
   ‘Ik snap dat jullie moeite hebben met concentreren zo vlak voor de examens, maar ik wil jullie nog wel wat bijbrengen.’ De lerares tikt op het rijtje.    
   Sanne tuurt naar het bord. De witte krijtletters dansen op de groene achtergrond. Ze heeft geen flauw idee wat de bedoeling is. Wat doet het er ook toe.    
  ‘Was, has been,’ fluistert Patrick achter haar.    
  ‘Ja, dank je wel, Patrick. Als ik het van jou had willen horen, had ik het wel aan jou gevraagd.’ De lerares loopt het lokaal in en stopt naast Sannes tafeltje. Geïrriteerd klapt ze de Hitkrantagenda dicht. ‘Waar zit je met je hoofd?’    
  Sanne zwijgt. Waar zit ze met haar hoofd? Bij Monica. Alles doet haar denken aan Monica. Het fietsen naar school, de uitbundig versierde locker naast die van haarzelf, de stille pauzes, de lessen waar niemand haar van het werk afhoudt. Wat kan er nu zijn gebeurd? Wie heeft haar lichaam meegenomen? Waarom? Waarom zijn ze in godsnaam niet direct naar de politie gegaan.    
   Vanaf de voorste rij zegt Karien op haar overdreven articulerende wijze: ‘We zijn bezorgd, mevrouw.’ Als de lerares haar vragend aankijkt, vervolgt ze: ‘Monica is al drie dagen niet op school verschenen. En als wij haar ouders bellen, hangen ze op. Dat is toch niet gewoon.’    
   Sanne pulkt aan de sticker op de kaft van haar agenda. Had Karien naar Monica’s ouders gebeld?    
   De lerares Engels loopt terug naar voren en gaat op haar tafel zitten. Met de handen ineengeslagen, kijkt ze de klas rond. ‘Jullie mentor heeft contact gehad met de ouders van Monica.’ Haar benen schommelen heen en weer onder het bureaublad. ‘Zij zeggen dat Monica heel vaak niet thuis komt. Soms dagen achterelkaar niet. Zij maken zich geen zorgen. Ze gaan ervanuit dat ze gewoon weer terugkomt.’    Langzaam dringen de woorden van de docent tot Sanne door. Dagen achterelkaar weg. Hoezo?    
   Karien denkt wat sneller en zegt snibbig. ‘Daar weten wij niets van. Ze is altijd op school. En nu niet. Kunnen júllie dan niets doen?’    
   De lerares haalt haar schouders op. ‘Monica is niet meer leerplichtig, dus als school kunnen we niets doen.’ 
   Voordat Karien kan reageren, snerpt de bel door de school. Ogenblikkelijk wordt het lokaal gevuld met het oorverdovende lawaai van achteruitschuivende stoelen, tassen die met een bonk op tafels worden gezet en op hoog volume pratende leerlingen. Sanne propt haar spullen in haar rugtas en sloft naar de aula waar Karien, Abel, Rob en Patrick al op hun vaste plek bij het raam staan. 
   ‘Dagenlang weg?’ Karien pakt het gesprek op alsof er geen pauze tussen heeft gezeten. ‘Weet jij daarvan Sanne?’ 
   ‘Nee. Ze stond altijd te wachten bij de brug als we samen naar school gingen.’ In gedachten gaat Sanne terug naar die momenten. ‘Goed gekleed, opgemaakt en vrolijk. Ik ging ervanuit dat ze van huis kwam. Waar zou ze anders vandaan moeten komen?’ Ze kijkt de kring rond. ‘Toch?’ 
   Patrick en Rob bestuderen de vloer en reageren niet. Alleen Abel kijkt haar aan. ‘Ik zei toch dat je haar niet kent.’ 
   ‘Wat bedoel je?’
   ‘Monica geeft alleen bloot wat ze wil blootgeven.’ Plotseling lacht hij hardop. ‘Dat bedoelde ik niet zo.’ Hij slaat Rob op zijn schouders. ‘Wat ik wil zeggen, is dat ze geheimen genoeg heeft.’ 
   Karien stapt op haar broer af en prikt hem in zijn schouder. ‘Wat weet jij dat ik niet weet?’ 
   Abels lach verdwijnt van zijn gezicht. ‘Niks joh, ik lul maar wat.’ 
   Karien blijft hem strak aankijken. ‘Abel.’ 
   ‘Karien,’ zegt hij, maar zijn stem heeft de gebruikelijke bravoure verloren. 
   Weer prikt ze hem in zijn schouder. ‘Als jij wat weet, wil ik het ook weten. Vertel.’ 
   Abel kijkt onrustig naar de anderen in de groep. ‘Monica sliep soms in de hut bij het ven.’ 
   ‘Wat?’ Karien doet een stap naar achter en kijkt naar Sanne. ‘Wist jij dat?’ 
   Sanne schudt haar hoofd. 
   Dan kijkt Karien naar Patrick en vervolgens naar Rob. ‘Wisten jullie dat?’ 
   Rob kijkt brutaal terug. ‘Ja,’ antwoord hij. ‘Ja, dat wist ik.’ Hij steekt zijn handen in zijn zak. ‘Monica heeft me een paar keer gevraagd om eten naar de hut te brengen.’
   Sanne voelt haar handen koud worden. Waarom heeft Monica dat nooit aan haar gevraagd. Aan haar beste vriendin. Zij had eten kunnen brengen. Monica had gewoon bij haar kunnen eten. Sterker, ze had waarschijnlijk bij haar mogen wonen, als ze het haar moeder gevraagd had. 
   Dan schraapt Rob zijn keel, hij kijkt grijnzend naar Abel. ‘Ze vroeg me om eten te brengen. En om haar gezelschap te houden natuurlijk.’

 *** 

‘Hé, slaapkop. Wakker worden.’
   Voorzichtig opent Maartje haar ogen. Vlak voor haar gezicht bungelt het blije hoofd van Joris. Haar linkerschouder voelt beurs van het liggen op een harde ondergrond. Waar is ze? Ze kijkt van haar broer naar de groene muur achter hem en dan naar de doorzichtige plastic stoel waar hij overheen hangt. De auditie. Langzaam komt ze overeind, knipperend door het licht van de felle lampen. De auditie in Amsterdam. Hoe is haar broer hier gekomen? ‘Wat doe jij hier?’
   Joris negeert haar vraag en trekt haar overeind. ‘Mevrouw de Wit zei dat je al een half uur lag te slapen. Je was echt veel te vroeg voor de auditie.’ 
   Mevrouw de Wit. Het gevoel van dreigend gevaar golft naar boven. Ze was maar iets te vroeg geweest. Dat wist ze zeker. ‘We moeten hier weg.’ Ze draait zich om naar de deur en ziet dan pas dat ze niet alleen zijn. Tegen de groene muur naast de uitgang zitten vier kinderen die haar verbaasd aankijken. Twee meisjes spelen met de punten van hun lange bruine haar. Maartje schat in dat de oudste ongeveer net zo oud is als zijzelf. Een klein stukje verderop blaast een knappe jongen bellen van zijn kauwgom. De jongere jongen naast hem knakt zijn vingers en mijdt haar blik.
   Joris grinnikt. ‘Kennelijk heeft de auditie iets met broers en zussen te maken.’ Hij wijst naar de meisjes. ‘Deze mooie dames zijn de zusjes Jasmijn en Fleur. En dat zijn David en zijn grote broer Joeri. Joeri plopt een bel kapot en steekt zijn hand naar haar op. ‘En deze meid is dus mijn zus.’ Joris wijst met zijn hand naar Maartje. ‘Dat ze snurkt wisten jullie inmiddels al. Haar naam is Maartje.’
  Maartje kijkt verdwaasd rond. Ze kan niet bevatten wat er gaande is. Haar gedachten worden onderbroken, doordat de deur openzwaait. De vrouw met het rare oog hobbelt naar binnen.
  ‘Fijn dat je weer wakker bent, Maartje.’ Ze slaat haar handen op elkaar. ‘En nu iedereen er is, kunnen we beginnen.’
  Maartje bekijkt haar nog eens goed. Van het beklemmende gevoel dat de vrouw haar eerder gaf, is niets meer over. Zou het komen doordat ze alleen met haar was. Of was het haar oog? Wat erg. Die vrouw kan er toch zeker ook niets aan doen dat ze zo’n typisch gezicht heeft. Asymmetrisch.
  ‘Ik ben mevrouw de Wit, de regisseur. En jullie zijn hier voor de auditieronde voor een film.’ Ze wacht even tot de fluisterende broers en zussen weer stil zijn. ‘Het is geen gewone film. Ik wil een boek verfilmen. Recent verschenen.’ Met haar rechteroog kijkt ze Maartje en Joris beurtelings aan. ’Verdronken waarheid van Sanne Vermeren.’ De vrouw doet twee wankele stappen naar voren en gaat tussen Maartje en Joris instaan. Ze legt haar handen op hun schouders. 
   Maartje krimpt licht in elkaar bij de aanraking. 
   ‘En dit,’ vervolgt mevrouw de Wit terwijl ze Maartje en Joris iets naar voren duwt, ‘zijn de kinderen van de auteur zelf.’ 
   Het jongste meisje tegen de muur laat haar haarlok los en zegt: ‘Dan wonen we in dezelfde stad. Mijn moeder zegt dat ze bij jouw moeder op school zat.’ 
   Mevrouw de Wit loopt naar een tafel die naast de camera staat en pakt een stapel mapjes. Ze wijst op de cirkel van dik touw in het midden van de kamer. ‘Als ik je naam noem, ga je op de plek zitten die ik aanwijs.’ Ze pakt het bovenste mapje. ‘Maartje, als dochter van de auteur, mag jij de hoofdrol spelen. Jij bent Megan.’ 
   Maartje pakt de map aan en gaat op haar plek zitten. Terwijl mevrouw de Wit de rollen verdeelt, bladert ze door het script. Ze herkent de zinnen uit het boek van haar moeder. Wat cool dit. Haar moeder zal dit zo geweldig vinden.
   ‘Maartje, let je ook even op?’ Mevrouw de Wit kijkt haar streng aan. Ze draait een laptop om, zodat iedereen mee kan kijken. ‘We zitten in een greenroom.’ 
   Maartje ziet een kleine versie van zichzelf en de anderen op het scherm. Ze werpt Joris een boze blik toe als hij als een zot naar de camera zwaait. 
   Mevrouw de Wit schraapt haar keel. ‘Nu zien jullie alleen de groene wanden. Maar nu,’ ze klikt op de laptop, ‘is het filmbeeld zichtbaar. Het scherm toont de groep op het strand rondom een kampvuur. Ze wandelt naar een hoek van de kamer. Op het beeld staat ze in de zee. ‘Kijk, hier moet je dus niet lopen. En hier ook niet.’ Ze stapt de touwcirkel in en de laptop laat een miniversie van mevrouw de Wit zien te midden van wakkerende vlammen. ‘Hier word je digitaal levend verbrand. Kom dus tijdens de scene niet binnen deze cirkel.’ Ze klapt in haar handen. ‘Tijd om te starten. Take one!’ 

 ***  

Wat een bende. Sanne hijst zichzelf omhoog en gaat op de badrand zitten. Ze kan wel janken. Wat moet ze doen? Ze kijkt naar haar trillende benen. Kom op San, hou je kop erbij. Er is ingebroken en iemand bedreigt haar. Ze haalt diep adem. Klopt, maar ze is relatief ongeschonden en het huis is niet afgebrand. En de kinderen zijn veilig. Sanne is bij Ellen. Joris zou iets met zijn vader doen. Veilig. Ze staat op en ziet zichzelf in de spiegel boven de wasbak: roodomrande ogen en uitgelopen mascara. De kinderen kunnen beter even daar blijven, dan kan zij zichzelf opknappen en de troep beneden opruimen. Ze voelt in haar broekzak voor haar telefoon, maar ziet dan in gedachten de tot scherven geslagen iPhone voor zich. Shit. Ze rent naar beneden, pakt haar tablet van de bank en zet hem aan. Stralend komt een plaatje van bergtoppen met een ondergaande zon in beeld. Snel opent ze whatsapp en typt een berichtje in de groep die ze deelt met de kinderen; Three. Kunnen jullie bij Ellen/Papa blijven slapen. Leg het later wel uit. Ze denkt even na en typt dan ook een bericht aan Patrick: Mag Joris bij jou slapen? Crisis hier. Uitleg volgt. Ze wil de tablet net terug op de bank leggen, als rechtsonder een bericht zichtbaar wordt. Boekenblogger is live. Ze aarzelt even en klikt het bericht weg. Dan verschijnt een bericht van Patrick in beeld. Hoezo? Joris is toch bij jou? Heel even is het of de lucht geen zuurstof meer bevat. De kamer draait om Sanne heen. Joris zou naar Patrick gaan. Waar is hij? Onderin haar scherm knippert het bericht van Boekenblogger. Met een bibberende vinger tikt ze het aan. Onmiddellijk opent zijn website. Een bericht wordt zichtbaar. Hoi Sanne. Ik herhaal het nog maar een keer. Wie niet de waarheid zegt, zal voor altijd zwijgen. Dan opent een filmvenster in het midden van het scherm. Sanne drukt op play en maximaliseert het beeld. Rondom een kampvuur op het strand zitten vijf personen. Ze bukt voorover om beter te kijken. Is dat Joris? En degene die nu opstaat, wie is dat? Maartje? Sanne drukt het geluid harder. 
   ‘Kom maar op.’ Maartje zit naast het kampvuur en kijkt met opgeheven kin naar een jongen naast haar. ‘De truth dit keer.’ 

 ***  

Glimlachend kijkt mevrouw de Wit de kring rond. ‘Goed gedaan, mensen. Voor we verder gaan, nemen we een korte pauze.’ Ze loopt naar de deur. ‘Ik haal de pizza.’ 
   Maartje steekt haar vinger op. ‘Mag ik even naar het toilet?’ 
   ‘Natuurlijk, loop maar mee.’
   Samen lopen ze de kamer uit en komen in een kantoor terecht waar een blonde man achter een computer zit. ‘Dit is Ira. Mijn zoon.’           Maartje geeft hem een hand en werpt een blik op zijn beeldscherm. Het staat open op een website. ‘Boekenblogger,’ leest ze hardop. In een kader in het midden van de site ziet ze hetzelfde beeld van het kampvuur dat net op de laptop te zien was. ‘Ben je onze opnames aan het live-streamen?’
   Ira kijkt haar vriendelijk aan. ‘Ja. Ik heb een boekenblog en schrijf nu een stukje over de verfilming van jouw moeders boek.’
   Plots valt er een kwartje bij Maartje. ‘Jij bent die blogger met 1500 volgers.’ 
   Hij knikt. ‘1257.’ 
   ‘Jij wilt samenwerken met mijn moeder.’
   ‘Klopt. Ik vind haar boek heel goed. Ik zou graag met haar samenwerken.’ 
   ‘Maar jij wilde inbreng in het plot.’ 
   ‘Ik heb haar inderdaad gezegd dat ik van waarheidsgetrouwe boeken hou.’
   Sanne bekijkt de site weer en ziet dat er twee mensen live zijn.
   ‘Weet mijn moeder dit eigenlijk wel?’ 
   ‘Zeker. Ze kijkt mee!’ Hij klikt op het lijstje van mensen die live zijn. 
   Sanne buigt voorover en ziet dat één van de twee mensen inderdaad haar moeder is. Mooi, dan hoeft ze ook niet te melden dat ze wat later thuis is. 
   Mevrouw de Wit komt de kamer weer binnenlopen. ‘Ben je al klaar? Ik wil niet te lang pauzeren.’ 

Als Maartje de greenroom weer inloopt, staat Joris met een stuk pizza in zijn hand te praten met Fleur. Het meisje kijkt ongeïnteresseerd om zich heen en loopt dan naar haar zus. Maartje pakt een pizzapunt uit de doos en gaat naast hem zitten. ‘Denk je dat ze het leuk vindt?’    
   ‘Mam? Denk het wel.’
   ‘Hoe ben je hier eigenlijk gekomen?’ Het antwoord van Joris wordt overstemd door Joeri die midden in de greenroom met een lege pizzadoos zwaait. 
   ‘Is er nog pizza?’ 
   Mevrouw de Wit hobbelt naar de deur en roept het kantoor in: ‘Ira, is er nog wat?’
   Even later loopt Ira met twee nieuwe dozen de greenroom in. ‘Pizza?’ 
   Opeens realiseert Maartje zich waar ze hem eerder heeft gezien. Ze herkende hem niet direct zonder helm. Ze buigt naar Joris om hem haar ontdekking te vertellen, maar stopt als ze de verbijsterde blik op zijn gezicht ziet. 
   ‘Dat is die vent die mij klemreed met zijn auto!’ 
   Voordat Maartje kan reageren klinkt de stem van mevrouw de Wit door de kamer. ‘We gaan verder met een nieuw script. De originele versie waar het boek op is gebaseerd.’ Ze draait de laptop om. Op het scherm wordt een kampvuur bij een ven in het bos zichtbaar. ‘Maartje, jij hebt nu de rol van Monica .’

Voor hoofdstuk 18 klik hier

Tamara Onos

Niets van wat hier geschreven wordt mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van VrouwenThrillers.nl en de auteur. 


Ondanks dat het geschrevene met alle zorgvuldigheid wordt geredigeerd kan er toch een foutje in de tekst zijn achtergebleven. Bij constatering daarvan zouden wij het op prijs stellen dit aan ons door te geven en een mail te sturen naar info@vrouwenthrillers.nl. Ook voor eventuele op-en aanmerkingen kan er gemaild worden naar het genoemde mailadres.



Bezoekersreacties:
Renee Verhagen (60) op 4 november 2018:
Ik vind het steeds beter worden, kan niet wachten tot de volgende aflevering.....

Website Security Test