'Weet je het zeker? Je kunt toch nog een nachtje blijven?
Het is veel te laat om nu nog te vertrekken,' zei Marit.
Sara keek naar haar vriendin in de deuropening. Ze schudde haar hoofd. 'Nee, ik laat jullie lekker met zijn tweetjes. Jullie zien elkaar zo weinig.'
Ben dook achter Marit op en legde zijn arm om haar middel. 'Daar heeft ze wel gelijk in.' Hij gaf Marit een kus in haar nek; ze giebelde als een tiener.
Sara keerde zich af. 'We bellen.' Ze ging achter het stuur zitten en trok het portier dicht. Het raampje bood piepend weerstand toen ze het omlaag draaide.
Marit maakt zich los van van Ben en liep nog even naar de auto. Door het open raam drukte ze een kus op Sara's wang. De geur van Bens aftershave hing om haar heen.
'Dank je wel. Je bent een goede vriendin,' zei Marit.
Sara forceerde een glimlach en startte de motor.
'Stuur je een appje als je er bent? Doe je voorzichtig?'
'Doe ik. Tot snel.'
Ze draaide de weg op. Het werd een lange rit, maar ze wilde het zo. Over een paar uur zou ze thuis zijn. In haar spiegel werden de twee figuren kleiner. Met een paar zwengels, ruwer dan nodig, draaide ze het raampje weer dicht, en ze voerde de snelheid op. Een verkeersbord met een pijl richting Verviers vloog voorbij. Ze probeerde haar hand warm te wrijven aan het stuur en draaide de knop van de verwarming hoger. Er kwam alsnog ijzige lucht uit. De auto was ouder dan zij en had tijd nodig om warm te worden.
Eens per jaar zag ze Marit nog tijdens hun vriendinnenweek, dan namen ze allebei een paar dagen vrij en praatten tot diep in de nacht, tot ze weer helemaal bij waren. Sara miste haar vriendin, sinds Marit Ben had leren kennen en bij hem was ingetrokken. Een gevoel dat wederzijds was. In zo'n gehucht in de Ardennen wilde je toch niet wonen? Natuurlijk had Marit haar werk, maar thuis zat ze alleen, zonder Ben, die op zee naar olie boorde. Logisch dat Marit euforisch was geweest toen hij vanochtend onverwachts opdook.
Het weerzien met Marit was goed begonnen toen Sara gisteren was aangekomen na een bijna drie uur durende rit vanuit Utrecht.
Bij aankomst had Marit een fles wijn opengetrokken. Sara plofte neer op de donkerrode bank in de woonkamer. Ze ritste haar laarzen open en schopte die van haar voeten. Marits woonkamer was klein en vol, overal hingen schilderijtjes en foto's. Bij de televisie stond een gifgroen lijstje met een foto van hen samen, hun voorhoofden glimmend in de zon van het terras van pizzeria Maria. De foto was jaren geleden genomen, maar ze herinnerde zich het moment nog precies.
Allebei waren ze druk aan het werk geweest - ze hadden elkaar leren kennen in de bediening van het restaurant - toen een gast hun had gefotografeerd. Een week later was hij langsgekomen en had een print van de foto voor hen achtergelaten.
'Hoe gaat het met je nieuwe baan?'
Sara schoof heen en weer op de bank. 'Mijn contract is niet verlengd.'
'Wat? Nu al?'
Met een grimas herhaalde Sara de woorden van haar manager, ze probeerde zijn toon te imiteren.'"We zijn op zich best tevreden over je, Sara, maar helaas gaat de crisis ook aan ons niet voorbij. Tijdelijke contracten mogen we niet verlengen."'
'O,' was alles wat Marit kon uitbrengen.
Beiden namen een grote slok wijn.
'En nu?'
Sara haalde haar schouders op en cirkelde met een vingertop over de rand van het glas. Nu wist ze het niet meer.