Geheimen in het graf speelt zich af in 1986 in het plaatsje Oak Knoll in een periode waarin dna-onderzoek nog sterk in ontwikkeling was en nog niet gebruikt werd als onderzoeksmethode in strafzaken. In deze setting moeten voormalig FBI-agent Vince Leone en rechercheur Tony Mendez de moord oplossen op Marissa Fordham, die door talloze messteken om het leven is gebracht. Naast haar lijk ligt haar 4-jarige zwaargewonde dochtertje Haley, die nog kans heeft gezien het alarmnummer te bellen en te fluisteren: 'Papa heeft mijn mama pijn gedaan.' Tony Mendez moet niet alleen de moordenaar zien te vinden, maar ook de enige getuige van de moord, Marissa’s dochtertje Haley, beschermen. Hij roept de hulp in van kinderpsychologe Anne Leone, die zelf slachtoffer werd van een seriemoordenaar die een jaar eerder het stadje Oak Knoll in zijn greep hield. 

Boeiende en kleurrijke personages, een gedetailleerd verhaal, scherpe dialogen (soms iets te scherp voor een 4-jarige) gevat in korte hoofdstukken maken van deze thriller een aangename whodunit. Hoag weet door haar beeldende karakterbeschrijvingen op subtiele wijze bij de lezer sympathie, wantrouwen en aversie tegen de diverse personages op te roepen. Met name de innerlijke belevingswereld van Marissa’s autistische buurman Zander Zahn en de emoties van kleine Haley weet Hoag heel gedegen en realistisch samen te vatten. De spanning is al vanaf het eerste hoofdstuk aanwezig door de beschrijving van een gruwelijke moordscéne en wordt gedurende het verhaal in vliegende vaart uitgebouwd naar nagelbijtend niveau. De gebeurtenissen rondom bepaalde personages werken op het eind wat ongeloofwaardigheid in de hand, maar dit gaat zeker niet ten koste van de spanning tijdens de ontknoping. Een sterke, onderhoudende thriller met een goed ontwikkelde verhaallijn die een must-read is voor de liefhebbers van het Amerikaanse thrillergenre.