Kate is meteen ongerust wanneer ze hoort dat Rosie, een leeftijdsgenootje van haar eigen dochter, wordt vermist. Niemand schijnt het ergste te vrezen, Rosie zal wel weer terugkomen is de publieke mening. Maar helaas komt het meisje niet terug. Kate raakt geobsedeerd door de verdwijning. Ondertussen voelt zij de bezorgdheid voor de veiligheid van haar eigen dochter en probeert zij Rosie’s familie zo goed mogelijk bij te staan in hun zorgen en verdriet.
Het verhaal van Rosie is geschreven in een zeer prettig leesbare schrijfstijl. Vlot en beeldend ontrolt het zich voor onze ogen. De auteur heeft gekozen voor een origineel perspectief. In het grootste deel van Tot op het bot is Kate de ik-persoon. Deze tijdslijn wordt afgewisseld met schuingedrukte hoofdstukken vanuit het perspectief van Rosie. Het meisje vertelt in deze stukken over haar verleden en over wat haar is overkomen. Apart is dat ze ook verslag doet van de gebeurtenissen na haar verdwijning, alsof ze boven het dorp zweeft en alles mee beleeft. Tot slot zijn er nog een paar kleine stukjes met Delphine, het jongere zusje van Rosie, als ik-persoon. Dit zijn er echter zo weinig, dat het geen rol speelt in het verhaal. Het zorgt eerder voor enige verwarring. Drie personages die optreden als ik-persoon.
De wisselingen tussen Kate en Rosie zijn duidelijk en niet verwarrend, doordat de tekst van Rosie schuin gedrukt is en boven elk nieuw stuk haar naam staat. Delphine is eigenlijk te summier aanwezig om echt een rol te spelen. Tot op het bot begint met een proloog die je meteen op scherp zet. Rosie vertelt over haar dood en over hoe ze haar leven aan zich voorbij ziet trekken. Ze heeft het over 'een geheim' uit het verleden, waardoor je als lezer meteen de spanning voelt. Toch is het geen razend spannend verhaal. De grootste spanning zit in de psychologie. Het is een verhaal over families, familierelaties en familiegeheimen. De unheimische sfeer in het anders zo rustige Engelse dorp na het misdrijf is prachtig beschreven. Dorpsgenoten, buren, vrienden misschien, koesteren verdenkingen richting elkaar, tegen wil en dank. Voor mij was dit het grootste pluspunt van dit boek.