Studente Lana Granger heeft zeven jaar geleden haar traumatische verleden achter zich gelaten. Ze leeft haar leven onopvallend op een campus en heeft een baantje als oppas gevonden om haar toelage, die ze krijgt uit het fonds van haar overleden moeder, aan te kunnen vullen. Met de elfjarige Luke Kahn en zijn moeder Rachel kan Lana het direct goed vinden. Luke blijkt echter geen doorsnee kind te zijn en langzaam wordt het Lana duidelijk dat ze in een spiegel kijkt. Ondertussen worden de gemoederen flink beziggehouden door de vermissing van studiegenootje Beck. Een jaar eerder was er ook al een gelijksoortig incident en hierdoor worden oude wonden bij velen opengereten. 

Naast dit alles leest de lezer mee in het dagboek van een naamloze, getrouwde vrouw en moeder van een zoon. Deze laatste heeft haar leven dusdanig beïnvloed dat alles, inclusief zijzelf, op een zijspoor is beland. Deze passages geven gaandeweg prijs over welk gezin het gaat en leiden de lezer tegelijkertijd rond achter de schermen. 

In mijn bloed bestaat uit een tweedeling. In het laatste gedeelte wordt al het voorgaande verduidelijkt, verklaard of beredeneerd.