Charlie hebben we als rechercheur leren kennen in De vrouw die terug moest. Ze heeft het niet makkelijk in haar leven, dat voor een groot deel in het teken staat van drank, pillen en seks. Veel daarvan is terug te voeren op haar moeizame jeugd. Ditmaal keert ze niet beroepsmatig terug naar het dorp uit haar jeugd, maar verdiept ze zich in haar vrije tijd in de vermissingszaak van een meisje dat jaren geleden verdwenen is.
Het verhaal wordt afwisselend verteld in het heden vanuit het perspectief van Charlie en in het verleden vanuit het perspectief van het verdwenen meisje. De eenzame Francesca voelt zich niet gehoord door haar ouders en oudere zus en rouwt om de dood van haar beste vriend. Iedereen beweert dat hij zelfmoord heeft gepleegd, maar zij gelooft hier niet in. Als lezer volg je haar zoektocht naar de waarheid in de wetenschap dat ze inmiddels al jaren vermist is. Dit geeft het lezen van deze fragmenten extra lading. Naarmate het boek vordert, wisselen deze verhalen zich steeds sneller af. Het zorgt bij de lezer voor een gevoel van opgejaagdheid en onrust, maar dat was misschien ook wel de bedoeling van de auteur.
De auteur weet sowieso goed een naargeestige sfeer te scheppen en ook de karakters roepen echt gevoelens op bij de lezer door de indringende schrijfstijl. De voortdurende afwisseling zorgt ervoor dat de spanning hoog is en je steeds verder wilt lezen. Ook in dit boek lijkt de vermissingszaak bij Charlie schimmen uit het verleden op te roepen.
De auteur zorgt voor een heel verrassend plot waarbij alle puzzelstukjes in elkaar vallen. Net als in het vorige boek komen de trauma's van Charlie uit haar jeugd uitgebreid aan bod. Je kan alleen maar hopen dat ze dit weet te overwinnen. De tijd zal het leren. Alleen al die hoop en nieuwsgierigheid doet je verlangen naar het laatste deel in deze trilogie.