In De student die zou trouwen, het tweede deel in de serie die Anne van Doorn schrijft over het recherche duo Robbie en Lowina vertelt hij eerst uitgebreid over de verdwijning van de student Jan Willem de Geer. Lowina is ondertussen een stuk verder met haar studie; haar stage in Enschede is afgelopen en ze keert weer terug naar Robbie die zich ondertussen weer in deze oude zaak heeft vastgebeten. Hij heeft het nooit kunnen verkroppen dat het niet opgelost is. Vooral omdat hij de familieleden van Jan-Willem goed kent. Hoe verder ze komen hoe vreemder de zaak wordt. Ze gaan alle vrienden en bekenden weer langs, ontleden ieder detail en dat wordt uiteindelijk gedetailleerd beschreven in het boek. Dat maakt De student die zou trouwen niet zo spannend maar wel een uitdaging voor de puzzelaar.

De schrijfstijl van Anne van Doorn is uitgebreid maar houdt de spanning er voldoende in. Het ook zorgt ervoor dat je door de pagina’s vliegt. Lowina woont na haar terugkeer weer bij haar neef en zijn vrouw in maar voelt zich daar niet prettig, daarom gaat ze in Leiden op kamers, wat haar weer een jaloers vriendje oplevert. Robbie blijft een wat vreemde man met een vaag verleden, maar hij is daardoor wel intrigerend en slim. Robbie wil het onderzoek echter zo graag oplossen dat hij onzorgvuldig wordt. Lowina krijgt meer taken en verantwoordelijkheden. Dat maakt dat ze als persoon meer en meer groeit in dit verhaal. Anne van Doorn heeft mij alweer verrast door op het moment dat je denkt dat de vragen beantwoord worden op de allerlaatste pagina’s nog een verrassende twist aan het verhaal te geven.