In
Blauw verdriet begint Wagener met een spannend verhaal over een moord. Later blijkt dat een deel van een groot drieluik schilderij centraal staat. Er is een gruwelijke moord gepleegd en een kunstenares wordt vermist. Dit verhaal lijkt in het begin afgewisseld te worden met een verhaal dat zich jaren eerder afspeelt. Maar niets is wat het lijkt. Het zijn twee tijdsbeelden die tot in detail lijken te kloppen en dat in het begin doet denken dat er twee boeken gelezen worden. De duur tussen het schakelen tussen de twee verhalen is vrij lang waardoor het moeilijker is om weer terug te keren naar het andere verhaal. Als dan blijkt dat de betrokken rechercheurs en een misdaadjournalist ook een grote rol spelen in het geheel dan worden het wel veel draadjes om te volgen. Waar Hélène Wagener heel goed in is, is het beschrijven van de details van de misdaden. Deze zijn een genot voor de thrillerliefhebber. Wagener maakt op haar eigen manier wel duidelijk dat de wereld van de kunst heel intrigerend en spannend kan zijn. Niets is wat het lijkt en het verloop van het verhaal prikkelt de fantasie. Mocht de draad halverwege het verhaal een beetje verloren zijn, dan helpt de vlog van misdaadjournalist Gaby Geels heel goed om weer bij de les te blijven. Een slimme manier om de spanning erin te houden. Toch vergt het wel heel wat geduld om de antwoorden op de vele vragen te krijgen want dat zijn er best veel. Deze zijn namelijk voornamelijk uitgewerkt in de epiloog in plaats van in het verhaal zelf.
Blauw verdriet herinnert de lezer eraan hoe fijn het is om een boek te lezen dat haar meeneemt naar een wereld die voor velen onbekend is.