Aline: Net als alle lezers van Vrouwenthrillers.nl ben ik dol op thrillers. Jouw baan als forensisch rechercheur bij de politie lijkt me superspannend. Hoe ben je bij de politie terechtgekomen?
Carina: Ik ben 15 jaar operatieassistente geweest voordat ik naar de politie ging. Al eerder leek me dat mooi om te gaan doen maar…ik was te klein. Je moest namelijk 1.65m zijn en nee, dat haal ik bij lange na niet. Maar toen dat van die lengte was afgeschaft heb ik de stoute schoenen aangetrokken en het is gelukt. Al na 3 jaar in de uniformdienst werd ik forensisch rechercheur, toen nog de technische recherche. Nu, als forensisch rechercheur in een cold case team, heb ik de allermooiste baan bij de politie wat mij betreft.
Aline: Je debuteerde in 2014 met Vuurproef naar aanleiding van een weddenschap. Hoe is dat gegaan en hoe kreeg je het boek uitgegeven?
Carina: Op het Vrouwenboekenbal (van Blad Opzij) waar ik destijds op uitnodiging van auteur Carla de Jong was, ontmoette ik Marja Duin, redacteur bij de uitgeverij. Bij de workshop over auteur worden die Carla gaf daagde Marja mij uit: of ik soms ook een boek wilde gaan schrijven? Dat zijn uitdagingen die ik graag aanneem en zodoende schreef ik mijn eerste manuscript, grotendeels in de trein tussen Den Haag en Amsterdam op weg naar werk.
Die eerste versie was niet slecht, die was heel slecht. Maar met de tips van Marja Duin heb ik er een nieuwe versie van gemaakt. Dat zij die ook daadwerkelijk op de grote stapel die wekelijks binnenkomt bij A.W. Bruna Uitgevers had gelegd wist ik pas toen ik werd gebeld door iemand van de uitgeverij. Ik dacht nog even dat het de Brunawinkel om de hoek was die belde, maar nee, het was de uitgeverij. Dat ze met me in zee wilden….
Aline: Je werkt als forensisch rechercheur − de ideale achtergrond om inspiratie voor thrillers op te doen. Zijn er dingen in je werk die je absoluut niet mag gebruiken voor je boeken?
Carina: Het is niet zozeer dat ik iets niet mag gebruiken wat ik wel zou willen. Het is vooral je eigen morele en recherche-kompas die je vertelt wat je wel en niet kan doen, ik werk al zolang bij de politie dat dat een vanzelfsprekendheid is geworden. Zaken moeten niet herkenbaar zijn, namen idem. Tenzij je natuurlijk een non-fictie schrijft, maar ook dan kan het zijn dat je de namen en locaties verandert. Want ik zou nooit, maar dan ook nooit mensen in gevaar willen brengen, of dat ze zichzelf of iemand die hen dierbaar is herkennen in de zaken die ik beschrijf, zeker niet als het fictie heet en bedoeld is als entertainment.
Verder onthul ik geen technieken of methoden die geheim zijn en moeten blijven. En nu vraagt iedereen zich af wat dat dan wel kan zijn 😊
Aline: Magma is het eerste deel van je nieuwe serie. Net als je eerste drie thrillers speelt het in Den Haag. Waarom eigenlijk niet in Amsterdam waar je zelf werkt?
Carina: Juist om de afstand te bewaren tussen wat ik dagelijks doe als cold case rechercheur en mijn boeken. Daarbij woon ik al heel lang in Den Haag, het is mijn stad, ik spreek de taal, vind de stad, de Hagenezen en Hagenaars inspirerend voor mijn boeken. Niets ten nadele van Amsterdam, maar dat is werk voor mij.
Aline: Naast je werk bij de politie en het schrijven geef je lezingen en verschijn je regelmatig op tv. Wat een druk leven! Hoe pak je het schrijven aan? Plan je schrijfdagen in, heb je een streng schema om je deadlines te halen? Heb je schrijfgewoontes? En als ik je toch van alles mag vragen, blijft er nog tijd voor hobby's over?
Carina: Ik ben, denk ik door mijn werk behoorlijk gedisciplineerd. Ik plan niet echt iets in, het gaat meestal vanzelf. Ik zie het schrijven als een hobby, al gaat er wel regelmatig zoveel tijd in zitten dat het soms op werken lijkt. En als er even flink gas gegeven moet worden dan kan ik dat zonder problemen, dat is in mijn werk niet anders.
Wel heb ik, als er geen druk op zit, zo mijn vaste vrije uren die ik gebruik. Dan liefst ’s ochtends met een kopje koffie, een lekker muziekje op de achtergrond. Ik kan me overal wel concentreren en afsluiten voor de omgeving en schrijven; in de trein, wachtend op het station, in de tuin, op vakantie. Ook iets dat je leert als je een processen-verbaal moet schrijven op een druk bureau waar telefoons gaan, mensen gesprekken voeren, er gelachen wordt en twee radio’s tegen elkaar in spelen.
Tijd voor hobby’s? Zeker. Ik slaap namelijk ‘s nachts tussen 02:00 uur en 2:10 uur zeg ik altijd gekscherend, dus dan houd je heel veel vrije tijd over.
Hebben Carina’s antwoorden jullie nog nieuwsgieriger gemaakt naar haar boek? Mij namelijk wel! Volgende maand stel ik mijn volgende vijf vragen aan deze inspirerende auteur.