Voor hoofdstuk 6 klik
hier
Tamara Onos is als zelfstandig arbeidshygiënist expert in het onderzoek en advies over arbeidsomstandigheden en gezondheid. Haar werk brengt haar in uiteenlopende bedrijven en op unieke locaties. Die ervaringen maakt zij zichtbaar in haar thrillers, columns en blogs. Ze is vaste columnist bij het vakblad Arbo en bij websites voor arboprofessionals. Ze schrijft haar dagelijkse ervaringen op in pakkende columns die in een bundel zijn samengebracht. Begin 2019 wordt haar verhalenbundel Ik wou dat ik een haantje was en andere kronkels verwacht. Momenteel zoekt zij een uitgever voor haar eerste thriller. Haar schrijfwerk is te volgen op www.tamaraonos.nl.
Hoofdstuk 7 - Tamara Onos
‘Waarom staat jouw boek daar?’
De vraag van Patrick doorbreekt haar malende gedachten en brengt haar terug naar de keuken. Waarom stond haar boek daar? Sanne pakt de muis af van Nico, vergroot het beeld van haar laptop en bestudeert de foto. Op de voorgrond ligt haar boek bovenop de grote, platte kei aan de rand van het ven. Hun ven. Het zwarte, rimpelloze water weerspiegelt de witte bast van de berken die in plukjes van drie aan de oever staan.
‘Het is een boekenblog over haar boek,’ antwoordt Nico in haar plaats.
Patrick draait zijn hoofd met een ruk opzij en staart naar het mannetje in zijn rode houthakkersshirt alsof hij nu pas opmerkt dat ze niet alleen zijn. ‘Wie ben jij?’
‘Nnnico Jansen. Ik zat bij jullie in de kkklas.’
Patrick knikt. ‘Nu herken ik je. Jij bent die computernerd die altijd achter Sanne aanliep.’
Het gezicht van Nico wordt een tint donkerder. ‘Nnnee hoor, ik…’
Patrick onderbreekt hem: ‘Wat doe jij hier?’
Sanne krijgt medelijden met Nico. ‘Hij is docent op de school van Maartje en Joris. Hij weet dat Maartje weg is en wil helpen.’ Ze scrolt naar beneden. ‘Dit is dezelfde blogger die mij die rare berichtjes heeft gestuurd.’ Ze klikt het verhaal onder de foto open. ‘Deze blog gaat over mijn boek.’
|
Boekenblogger las Verdronken waarheid
Zes vrienden brengen de zomer na hun eindexamen door op Texel. Tijdens een nacht aan het strand verdwijnt Megan. De vrienden steken hun hand voor elkaar in het vuur, maar is dat terecht? Hoe goed kennen zij elkaar echt?
Verdronken waarheid is een Young Adult thriller van Sanne Vermeren. Door haar beeldende taalgebruik kriebelt het zand tussen je tenen en woelt de wind door je haren. De treffende dialogen geven een inkijkje in de gedachten van Sophie en haar beste vrienden. Van dichtbij zie je de haarscheurtjes ontstaan in vriendschappen die voor altijd leken.
Boekenblogger geeft vijf sterren aan dit ijzersterke debuut met onverwachte plotwendingen. Sanne Vermeren is een fantastische schrijfster. Boekenblogger verliest haar niet uit het oog!
|
|
Sanne klikt op blogs over andere boeken. ‘Overal past de foto bij het boek.’ Snel klikkend laat ze wat voorbeelden zien. Doden op de dam prijkt voor het Amsterdamse monument. Waarvan akte ligt boven op een toga met befje. Nachtschade staat op een veld vol paarse bloemen. En achter Vlucht KL539 zijn de contouren van een opstijgend vliegtuig zichtbaar.
‘Maar waarom ligt jouw boek dan bij het ven?’ vraagt Nico. ‘Een rode vuurtoren of het strand was logischer geweest.’
Patrick zegt niets en kijkt haar met een strak gezicht aan. Waarschijnlijk denkt hij wat zij denkt. Alleen mensen die erbij waren, zouden weten dat haar verhaal gebaseerd is op de nacht bij het ven. ‘Loop even met me mee, Sanne.’ Hij gaat haar voor naar de hal en trekt de deur achter hen dicht. ‘Jezus, Sanne, waarom heb je hem niet weggestuurd?’
‘Wilde ik doen, maar hij is heel handig met computers.’
‘Hoe weet je dat hij hier niets mee te maken heeft?’ vraagt Patrick.
‘Hij was er die nacht niet bij, weet je nog? Hij ging wel eens mee naar het ven, maar hij heeft geen flauw idee wat daar gebeurd is.’ Sanne kijkt in de ogen die ze zo goed kent. ‘Als we hem nu wegsturen, dan gaat hij misschien in zijn eentje uitzoeken waarom het ven bij mijn boek getoond wordt.’
Patrick zucht. ‘Waarschijnlijk wel ja. En misschien kan hij wel uitvinden wie die boekenblogger is.’
Ze lopen terug naar de keuken, waar Nico nog steeds naar het scherm staart.
‘In jouw boek komt helemaal geen ven of bos voor. Ik snap er niets van. Waarom staat die foto daar nou?’
Patrick fronst. ‘Waarom heb je haar boek gelezen? Het is een young adult thriller.’
‘Ik ben docent Nederlands. Joris en een paar van zijn vrienden hadden het boek op hun lijst. Ik wilde weten waar het over ging.’
‘Ik weet het echt niet, Nico,’ zegt Sanne. ‘Misschien staat er iets over in de reacties.’ Ze klikt op de thoughts onder de Verdronken Waarheid blog. Duimpjes, bewegende katjes met hartjesogen, sterretjes, bloemetjes en soms korte teksten. Voornamelijk mensen die het eens of oneens zijn met de vijf sterren. Ze houdt haar muis stil bij de laatste reactie.
|
Lieve Boekenblogger, door jouw lovende kritieken ben ik direct het boek gaan lezen. Vijf sterren geef jij anders nooit! En ik ben het met je eens. Dit is een geweldig boek. Eén van de beste die ik gelezen heb. Eén ding vond ik niet echt geloofwaardig: zouden ze in werkelijkheid niet direct de politie hebben gebeld? Dat zou ik wel doen als mijn beste vriendin verdween. Wat vind jij? Veel liefs van Boekenverslindster. |
|
De reactie van Boekenblogger is kort.
|
Tenzij je iets te verbergen hebt… |
|
Terwijl ze naar de tekst staart, springt het scherm op zwart.
‘Sssstroom.’
Sanne staat op, pakt haar tas van het aanrecht en diept een oplader uit het voorvak. Ze zet de laptop dichterbij het stopcontact, sluit de lader aan en draait het beeldscherm zodat de anderen mee kunnen lezen. Het beeld floept weer op. Het duurt even voor ze beseft wat ze ziet. ‘Er staat een nieuwe reactie.’
Patrick buigt voorover naar het scherm. ‘Van boekenblogger.’
‘Hhhij is o-o-online.’
Geschrokken leest Sanne de tekst van de boekenblogger.
|
En dan kun je ook beter geen kkkkklasgenoten inschakelen! |
|
Ze kijkt vragend naar Patrick. ‘Wat is dit? Wat bedoelt hij?’
‘Hij is niet alleen online, hij…’
Nico schuift met veel lawaai zijn stoel naar achter. Met een verbeten trek om zijn mond loopt hij naar het aanrecht en trekt wat lades open.
Sanne staat verontwaardigd op. ‘Hé zeg, wat doe je?’
Zonder op haar te letten, zoekt Nico door. ‘Ah. Dit kan werken.’ Hij pakt een blok Post-its uit de rommella en scheurt het bovenste blaadje los. Snel vouwt hij het tot een strook, beent terug naar de tafel en plakt het gele rechthoekje op het midden van de bovenrand van Sannes laptop. Hij haalt zijn neus op en wijst met zijn wijsvinger naar de laptop. ‘Het oog moet je a-a-altijd afplakken.’
Hoofdstuk 8
1992
‘Dat zijn drie vragen.’ Sanne perst haar lippen op elkaar en kantelt haar hoofd. Met haar liefste stem zegt ze: ‘Tegen de regels. Je mag maar één vraag stellen.’ Ze steekt haar tong uit. ‘Next.’ Daar komt ze mooi van af. Opgelucht trekt ze haar benen in kleermakerszit en zoekt oogcontact met Monica, maar die lijkt volledig op te gaan in haar zandschilderij. Haar bekraalde haren hangen langs haar hoofd en glinsteren in het schijnsel van het kampvuur. Best een rotstreek dat ze net haar vinger opstak.
Abel tikt op Sannes knie en kijkt haar zwijgend aan. Dan zegt hij rustig: ‘Nee, meisje. Niet als je het op de juiste wijze formuleert.’ Hij neemt nog een hijs van het minipuntje joint en blaast hoorbaar uit. Met duim en wijsvinger schiet hij de peuk in de vlammen en kijkt haar smalend aan. ‘Dus, lief Sanneke, zeg het maar. Je moet één van ons vermoorden, één martelen en met de derde naar bed. Wat doe je met wie?’
De uitgeademde rook prikt in haar neus en ogen. Haar blik schiet naar Monica die zich verschuilt achter haar kralengordijn. Ook de anderen laten niets van zich horen. De weggezakte woede golft weer omhoog en ongeduldig springt ze overeind.
‘Ik vind er geen zak meer aan. Ik ga naar huis. Wie gaat er mee?’ Vragend kijkt ze de kring rond. ‘Moon?’
Zonder op te kijken, versiert Monica haar kunstwerk met takjes. Loom schudt ze haar hoofd. ‘Ik blijf nog even.’ Haar gemompel is amper hoorbaar door het getik van de botsende kralen.
Karien lijkt niets gehoord te hebben. Ze streelt de bovenarmen van Patrick en bestudeert de contouren van zijn biceps.
‘Karien?’
‘Nee, sorry, ik vind het nog te gezellig.’ Om haar woorden te benadrukken, schuift ze nog wat dichter tegen Patrick aan.
Sanne richt zich tot Rob die grijnzend terugkijkt. Ook hij schudt zijn hoofd. ‘Het wordt nu net interessant.’
Wanhopig kijkt Sanne naar Patrick. Die glimlacht en schuift de hand van Karien weg. ‘Ik fiets wel met je mee.’
Opgelucht loopt Sanne drie stappen richting het zandpad. Ze rilt. Zonder de gloed van het kampvuur is het meteen fris. Ze draait zich om en wacht op Patrick die zichzelf omhoog hijst.
‘Zit!’ De stem van Abel knalt door de nacht.
Verbaasd laat Patrick zich weer op de grond zakken. Abel kijkt met een priemende blik naar Sanne.
‘Als ons Sanneke weg wil, dan mag ons Sanneke dat helemaal alleen doen.’
Sanne kijkt naar het pad. Alleen de eerste meter is zichtbaar, daarna begint het zwart. Bewegend zwart met geritsel en gehijg. Gehijg? Hoort ze nu gehijg naast het pad? ‘Moon.’ Smekend kijkt ze haar vriendin aan. ‘Moon, ga nou mee.’
Monica zucht. ‘Doe nou niet zo moeilijk, San. Zeg gewoon met wie je naar bed wilt. Dat is voor iedereen allang duidelijk, dus zeg het gewoon.’ Ze draait haar hoofd en kijkt Rob aan.
Een ijskoude bal vult Sannes borstkas. Ze wist het dus toch. Haar hart lijkt op hol te slaan. Door het gebonk heen, hoort ze de fluisterende stem van Karien.
‘Echt? Vindt Sanne Rob leuk? Die zag ik niet aankomen. Wist jij dat, Patrick?’
Met een ruk draait Sanne haar hoofd om. ‘Niet,’ bijt ze Karien toe. ‘Ze verzint maar wat.’
Karien kijkt haar met een scheef lachje aan. ‘Gevoelig onderwerp?’ Ze legt haar hand weer op de Patricks arm. ‘Gezellig dat je blijft, Pat.’ Met grote stappen loopt Sanne naar het kampvuur en staart Monica over de vlammen heen aan. Dat noemt zich haar vriendin. ‘Degene die ik wil martelen is Monica. En jou…’ Ze draait zich naar Abel. ‘Jou wil ik vermoorden, etterbak.’
‘Yes!’ Abel steekt triomfantelijk zijn vuist in de lucht. Razendsnel draait hij zich naar Sanne toe, pakt haar beide enkels en trekt. Met een klap belandt ze op de grond.
‘Au. Klootzak.’
Voordat ze weet wat er gebeurt, gaat Abel met zijn bovenlichaam op haar liggen. Hij brengt zijn gezicht dichtbij het hare. ‘Hoe dan?’
Ze probeert haar gezicht weg te draaien. Weg van die ranzige zoete adem en weg van zijn ogen. ‘Wat bedoel je?’ stamelt ze.
‘Hoe ga je haar martelen?’
‘Dat is de tweede vraag,’ protesteert Karien zachtjes.
Sanne stopt met tegenspartelen en kijkt Abel recht in de ogen. ‘Ik laat haar zwemmen.’
Abels ogen vernauwen zich. ‘Dat is geen martelen.’
Ze buigt haar hoofd opzij, zodat ze Monica kan zien die haar met grote ogen aankijkt. De flakkerende vlammen maken een schaduwspel op haar gezicht. Monica schudt bijna onmerkbaar haar hoofd. ‘Niet doen.’ Haar stem klinkt ver weg.
Abel pakt Sannes kin vast. Zijn duim drukt pijnlijk in haar huid. Hij draait haar gezicht naar zich toe en herhaalt harder: ‘Wat is er zo erg aan zwemmen?’
Ze twijfelt even, haalt adem en zegt met zachte stem: ‘Zwemmen is niet erg, maar wel voor Monica.’
Abels lichaam ontspant zich. Hij luistert met licht open mond. ‘Monica haat zwemmen.’ Het is of ze de donkere ogen van Abel in wordt gezogen. Alles om haar heen verdwijnt. Er is geen bos meer, geen kampvuur, geen drank en geen vrienden. Niets. Alleen de grote pupillen van Abel. ‘Ze haat zwemmen. En ik laat haar zwemmen. Midden in de nacht en midden in het ven.’
De wereld is weg. Ze zijn alleen. Abels ogen en haar gedachten. ‘In het ven met meters en meters donker, diep, zwart water onder haar spartelende benen. De bloedzuigers kleven zich vast aan haar kuiten en vissen glibberen rond haar tenen.’ Sanne rilt. Ze voelt de beesten zelf langs haar benen strijken. ‘Haar voeten raken verstrikt in slierten alg en wier. En het koude water koelt haar spieren af. Kouder en kouder’ Sanne voelt de kilte tot in haar botten. ‘Tot haar spieren samenspannen in een intense explosie van pijn. Een kramp vanaf haar teen tot aan haar dijen. Zo pijnlijk dat ze niet meer kan zwemmen. Ze kan niet bovenblijven, ze zinkt. En Monica schreeuwt om hulp. “Help me. Help me dan.” Maar niemand doet wat. Iedereen kijkt toe. Ook jij Abel. Hoe goed je haar ook kent. Jij kijkt toe. En Monica spartelt en slaat met haar armen om zich heen in het water tot ze niets anders meer kan doen dan zich zachtjes laten wegglijden.’
Sanne snakt naar adem en voelt de druk in haar borst toenemen. ‘En ze zakt en zakt, verder en verder onder water. En uiteindelijk valt ze op de bodem waar het lichaam van het meisje dat hier 18 jaar geleden verdween haar verwelkomt. “Waar was je Monica? Waar bleef je? Blijf bij me, hier, op de bodem. Blijf Monica. Adem maar. Adem het water en blijf.”’
Een luide knal haalt Sanne terug in het bos.
Monica staat bij het vuur en kijkt haar bleek en woedend aan. Rondom haar voeten liggen scherven van een Blue Curaçao fles. ‘Kutwijf.’ De tranen rollen over haar wangen. ‘Wat ben jij een onwaarschijnlijk kutwijf.’ Ze draait zich om en gaat aan de rand van het ven op een grote kei zitten. Met haar rug naar de groep en haar hoofd in haar armen.
Sanne voelt een golf van misselijkheid naar boven komen. Wat heeft ze gedaan?
‘Ah gos.’ De druk van Abels lichaam neemt weer toe. Hij aait met zijn hand over Sannes haar. Zijn adem strijkt over haar lippen. ‘Hebben de vriendinnetjes ruzie? Wat naar nu. Maar, Sanne.’ Met zijn neus raakt hij haar wang aan. ‘Schattig Sanneke met je zieke, zieke gedachtes.’ Hij bijt zachtjes in haar onderlip. ‘Sanne, het meisje van stille wateren diepe gronden. Vrouw van mijn hart, vertel me, wat gaat het nu worden? Met wie ga je naar bed?’
Met al haar kracht duwt Sanne tegen Abel aan, maar hij verplaatst geen millimeter. Ze draait haar hoofd weg om te ontkomen aan zijn warme adem.
Hijgend fluistert hij in haar oor: ‘Wie Sanne?’
‘Sodemieter op.’ Ze wrikt en draait, maar Abel blijft als een loden last bovenop haar liggen.
‘Met mij. Geef het toe, Sanne. Met mij. Eerst seks en daarna vermoord je me. Dat is wat je wilt. Black widow Sanne.’
Plotseling verdwijnt het gewicht van haar lijf en de lucht stroomt in haar longen. Rob en Patrick hebben elk een bovenarm van Abel vast en slepen hem weg. Zijn bungelende voeten maken sporen in het zachte zand dwars door de tekening van Monica heen. Aan de rand van de lichtcirkel laten ze hem los. ‘Dit lijkt me een beter plekje voor je.’ Robs stem galmt door de stille nacht.
Huilend kijkt Sanne naar Monica die stoïcijns op haar steen zit en elk contact vermijdt. Drie meter verder bestudeert Karien haar nagels.
‘Zo. Opgelost.’ Rob ploft naast haar neer. ‘Hij is weg hoor. Het boefje.’ Hij legt een hand op haar rug. Patrick gaat aan de andere kant zitten en kijkt haar met zijn trouwe hondenogen aan. ‘Gaat het een beetje?’
Ze knikt naar Patrick terwijl Robs hand over haar rug wrijft. Het kippenvel loopt van haar rug naar haar tenen.
Vanaf de overkant van het kampvuur roept Abel: ‘Don’t mind me. Knock yourself out. En Sanne, als je niet kunt kiezen: twee is ook een optie.’ Grijnzend kijkt hij in hun richting.
Rillend negeert ze hem. Wat een mazzel dat Rob er was en die klootzak wegtrok. Ze kijkt naar het ven waar Monica bovenop de platte steen is gaan staan. Ze tuurt in het water en lijkt niet meer te huilen. Gelukkig. Straks zal ze naar haar toe gaan om het goed te maken. Maar nu niet. Sanne leunt wat meer tegen Rob aan. Dit voelt fijn. En veilig. En voor het eerst die avond kan ze weer genieten. Van het mooie maanlicht op het ven, van het knapperen van het vuur, maar vooral van hem.
Zachtjes masseert Rob haar nek. ‘Sanne?’
Ze ontspant en legt haar hand op zijn been. ‘Ja?’
‘Je moet nog wel de vraag beantwoorden.’ De grijns is van zijn gezicht verdwenen. ‘Met wie ga je naar bed?’
Voor hoofdstuk 9 klik
hier