De menselijke psyche
Door: Esther Kreukniet op 3 juli 2014

Kwart voor zeven ‘s ochtends, het is nog aardedonker. Ik parkeer mijn auto recht tegenover het politiebureau in Spijkenisse. Even zucht ik. Enkele minuten geleden reed ik nog langs het Mallebos waar Farida Zagar koelbloedig is vermoord door Patrick S. Dezelfde Patrick die twee jaar daarvoor het verstandelijk gehandicapte meisje Nanda K. de schedel in sloeg en Joke L. vermoordde. De tot levenslang veroordeelde Spijkenisser hield de gemoederen in het recreatiegebied Voorne Putten lange tijd bezig. De omwonenden van het Mallebos zijn geschokt door het idee dat Patrick S. hen jarenlang in het vizier heeft gehouden voordat hij toesloeg. Het duurde jaren voordat de politie de drie moorden met elkaar in verband bracht en ene Patrick Henricus Lambertus Jozef S. als seriemoordenaar ontmaskerde.

Ik huiver en zet mijn auto in de P-stand. Aarzelend trek ik de sleutel uit het contact, open de deur en stap naar buiten, mijn adem vormt een wit wolkje. Het is ijskoud. Ik hoor de echo van het klikken van mijn laarzen door de verlaten straat als ik oversteek naar het politiebureau. Ik duw tegen de draaideur en knipper tegen het felle tl-licht. Doelbewust stap ik op de balie af. 

‘Waarmee kan ik je van dienst zijn?’, vraagt de dienstdoende agente neutraal. Ik vis mijn journalistenpas onder uit mijn handtas. 
‘Esther Kreukniet, ik heb een afspraak met Roland Nachtegaal van de regionale politie-eenheid Rotterdam, District De Eilanden in Spijkenisse.’ 

Als journaliste kom ik in aanraking met uiteenlopende types die ik ongegeneerd het hemd van het lijf mag vragen. Gewiekste zakenmannen, internationale rocksterren, bekende Nederlandse diva’s met hun eisenpakket, bescheiden voetballers, lokale ondernemers, diplomaten en door de wol geverfde politici – noem ze en ik heb ze geïnterviewd. Ik vraag hen zonder blikken of blozen alles behalve hun pincode. 
Hoe anders is het als ik als schrijfster een interview afneem. Ik kan de geïnterviewde niets vertellen over de ware reden van mijn vragen: mijn plot, de moorden of koelbloedige martelingen die ik voor mijn personages in petto heb. Ik denk dat ze me meteen zouden opsluiten als ze zouden weten wat ik van plan ben. Op papier welteverstaan, ik doe het natuurlijk niet echt... 

Even later zit ik met een fris gewassen gezicht de vermoorde onschuld te spelen tegenover rechercheur Roland N. Dankzij zijn collega Marja Keizer mocht ik hem interviewen over zijn werk. In mijn nieuwe thriller zit veel politiewerk en om dat zo geloofwaardig mogelijk te beschrijven moet ik de procedures kennen. Marja Keizer wees me op de interessante constructie rondom de moordzaak van Patrick S. en bood me de unieke kans om met rechercheur Roland N. te spreken ter inspiratie. Uiteraard moet ik een contract voor geheimhouding tekenen en mag ik niets door vertellen. Namen die ik per ongeluk ergens zie staan niet prijsgeven en gezichten die ik in de cel zie en eventueel zou herkennen, niet doorgeven.

Het is rustig op het bureau, de nacht is net geëindigd. Roland vertelt me dat er niet veel gebeurd is, op een auto-inbraak en een gevecht op straat na sluitingstijd na. We betreden het cellenblok en direct overvalt me een beklemmend gevoel. We lopen langs de verhoorkamers, het kamertje waar de verdachte het eerste gesprek met zijn advocaat mag hebben en naar boven waar het andere cellenblok en de douches zich bevinden. Hier op het politiebureau worden verdachten slechts een aantal uur in bewaring genomen voordat ze overgebracht worden naar de gevangenis. 
We gaan verder naar boven, langs de observatieruimtes en vergaderzalen. Net een tv-set, maar dit is geen fictie, dit is realiteit. Hier worden mensen verhoord, verdachten in de gaten gehouden, hun gangen na gegaan, hun routines bestudeerd, telefoons afgetapt en gedrag geanalyseerd. En toch, vertelt Ronald, zijn we vaak te laat. Gebrek aan bewijs, gebrek aan tijd maar ook aan mankracht en sturing. De luxe van aan één zaak werken is voorbehouden aan de agenten in de tv-series. Hier werk je aan meerdere zaken, met collega’s in tijdsblokken en als er een brand of een inbraak is, heeft dat voorrang. Soms moet je een zaak overdragen of een andere opdracht uitvoeren. De politie zit alleen met een vast team op een zaak bij zware delicten als moord of cold cases die nog niet zijn opgelost. Ik zie whiteboards vol met telefoonnummers en opstellingen met namen van verdachten en medeplichtigen.

Moet een rechercheur net zo denken als de verdachte, vraag ik me af. Je moet nóg verder denken, vertelt Roland. Vaak zijn het psychopaten die niet alleen uit emotie of winstbejag acteren. Ze gaan voor de kick en hebben er vooral lol in om iedereen slimmer af te zijn. Psychopaten zijn mensen zonder schuldgevoel, zonder empathisch vermogen. Mensen die moorden zonder er een nacht van wakker te liggen, vaak met een vreselijke jeugd waar geweld aan de orde van de dag is. ‘Vaak ligt het antwoord zo dichtbij dat je het niet ziet.’ Zegt Roland. 
In het geval van Patrick S. was het een oriniaire straatroof die hem de das omdeed. Toegesnelde agenten zagen hem zijn ouderlijk huis in vluchten en vorderden een bevel tot huiszoeking. Daar werd een map met aantekeningen van een ondergrondse kelder in zijn slaapkamer gevonden en was het hek van de dam. OM en justitie gingen over tot een grondige huiszoeking en kwamen een schat aan juwelen, haarlokken, handtasjes en nagels tegen in een kast. De afgehakte voet van Farida had hij in de tuin begraven. Aan zijn medegevangene, die een undercover agent bleek te zijn, biechtte hij op wel vijf vrouwen vermoord te hebben. Niets zo boeiend als de psyche van een mens, maar ik benijd Roland niet. Het zal je vak maar zijn.

Op de terugweg tuur ik voor me uit. Waarom wil ik in godsnaam thrillers schrijven? Waarom geef ik zulke zieke geesten aandacht? Het antwoord schiet me gelukkig snel te binnen. Omdat ik deze verhalen moet vertellen, om lezers te laten beseffen dat er psychopaten zijn die jarenlang hun gang kunnen gaan. Mensen in onze nabijheid, dichterbij dan je denkt, zoals Patrick S. die gewoon in de Venusstraat in een rijtjeshuis woonde. Ik hoop dat mensen zich door mijn verhalen bewuster worden van hun omgeving.. Door me in te leven en op papier bloot te leggen wat mensen bezielen om te doen wat ze doen, probeer ik een stukje van de menselijke psyche bloot te leggen. Een onmogelijke taak, ik weet het, maar als ik er één ziel mee kan redden, is mijn missie geslaagd. En als de andere lezers gewoon genieten van mijn superspannende verhaal, ben ik ook al blij. Want gelukkig zijn mijn verhalen fictie. 

Esther Kreukniet





Esther Kreukniet is journaliste en auteur van spannende thrillers met een boodschap. Ze werkt als lifestyle editor bij Talkies Magazine, freelance journaliste bij diverse tijdschriften waaronder Algemeen Dagblad / Rotterdams Dagblad, Jackies Magazine, LAF, Punt Uit etc. 
Tevens publiceerde ze drie boeken (Beau Ravage en Facade onder de naam Esther Blinker) en Carte Blanche bij Uitgeverij Boekerij/Meulenhoff. Haar nieuwe thriller En Passant verschijnt 1 oktober 2014 bij The House of Books.



Bezoekersreacties:
Website Security Test