Ooit was schrijven zo’n goed voornemen. Zoals voor velen anderen, was het voor mij een oude droom om een boek te schrijven. Stiekem hoopte ik dat het vanzelf zou gaan, nadat ik op een goed moment gegrepen zou worden door Grootse Inspiratie. Toen dat alsmaar niet gebeurde, nam ik me op een donkere Decemberdag voor om er vanaf de jaarwisseling één avond per week voor vrij te maken. Ik zou minstens anderhalf uur achter de computer gaan zitten schrijven, wat er ook gebeurde.
Hoewel mijn ervaringen met goede voornemens niet al te best waren, werkte de schrijfavond boven verwachting goed. Weliswaar besteedde ik steevast het eerste half uur van mijn kostbare tijd aan computerspelletjes, mezelf wijsmakend dat dat een noodzakelijke warming up was, maar daarna liet ik me niet meer afleiden. Na anderhalf jaar stuurde ik vol trots een manuscript naar verschillende uitgevers. Ik was hoopvol, het schrijven was zo lekker gegaan, het resultaat móest wel geniaal zijn.
Hoewel dat eerste manuscript om redenen die ik achteraf heel goed begrijp niet werd uitgegeven, leverde het me wel iets op. Een aantal uitgevers reageerde gematigd positief en minstens zo belangrijk: ik ontdekte dat het schrijven zich niet beperkte tot de tijd die ik achter de computer doorbracht. Personages gingen leven en ontwikkelden zich verder op verloren momenten: tijdens wandelingen achter kinderwagens, in de wachtrij voor de kassa, onder het heen en weer forenzen naar het werk. Ook bleek het schrijven een heel goed tegenwicht voor de andere dingen in mijn leven: het hectische werk in de geestelijke gezondheidszorg en de drukte van een gezin met drie schattige maar bewerkelijke kindertjes.
Een tijdlang deed ik mee aan wedstrijden voor korte verhalen en viel daarbij een aantal keren in de prijzen. Op een goed moment stuurde ik een aantal verhalen op naar een vijftal uitgevers, wat leidde tot een uitnodiging van de Arbeiderspers. Binnen vier jaar na de eerste schrijfavond kreeg ik een contract voor een psychologische thriller.
John Norcross, een professor in de psychologie die gespecialiseerd is in gedragsverandering, zegt dat goede voornemens een grotere kans van slagen hebben als ze concreet en behapbaar zijn. Als ik me had voorgenomen om een boek te schrijven, of zelfs een bestseller, zoals je mensen op feesten en partijen wel eens hoort vertellen, was het misschien op niets uitgelopen. Maar het voornemen om die ene avond per week aan schrijven te besteden voldeed meer door geluk dan wijsheid helemaal aan het advies van Norcross.
Spiegelbeeld, het manuscript dat nu bij de eindredactrice ligt, is het vervolg op Alibi, met dezelfde hoofdpersoon, de jonge psychologe WP. Alibi eindigde op 1 januari en WP, die zicht had gekregen op een aantal minder fraaie kanten van zichzelf, nam zich een aantal zaken voor. Ze wilde minder egoïstisch worden, zich meer richten op de belangen van anderen, een minder dramatisch leven leiden, of in ieder geval zelf minder drama creëren. Dat zijn nogal grootse voornemens. Zou het WP lukken ze waar te maken?
Martine Kamphuis
Tien jaar geleden debuteerde Martine Kamphuis met de psychologische thriller 'Vrij', sindsdien hebben zo’n 100.000 exemplaren van haar boeken hun weg gevonden naar de lezers.
In 2016 verschijnt ‘Spiegelbeeld’, het tweede boek rondom psychologe Wynona Post, over wie dagblad Trouw schreef: ‘…de sympathieke heldin WP is een aanwinst voor de Nederlandse thriller.’
Bezoekersreacties:
|