Het is tijd om mijn nieuwe boek los te laten. Het mag nu vertrekken naar de vele lezers die er hopelijk een aantal ontspannende uurtjes aan beleven. Julia en Luuc moeten het nu zelf maar uitzoeken. Ik heb Chateau de Provence secuur opgebouwd, gepoetst, verbouwd en als laatste nog wat oneffenheden weggewerkt. Meer is niet mogelijk. Een zoen op de cover en hup wegwezen. Toch blijft loslaten lastig. Het was vooral wachten op de eerste reacties die gelukkig al snel verschenen. En bijna iedereen reageerde op eenzelfde manier: ‘Kom maar op met een volgend Ik-vertrek-boek.’ Lekker enthousiast en ongeduldig. Net alsof ze een ijsje bij de Italiaanse ijsboer hadden gehaald of een chocolaatje kregen bij de koffie. Doe er nog maar één!
Nou, dat doen we dat toch? Ik herken het helemaal. Het lijkt op het ongeduld dat ik zelf voel als ik naar de serie ‘Ik vertrek’ kijk op tv. Of naar ‘Helemaal het einde’ of als ik meega in het verhaal van Dick en Angel over hun prachtige Franse kasteel. Ik wil meer! Een onverzadigbare trek in avontuur. Terwijl de nieuwe opnames van Dick en Angel al gemaakt worden – ik kijk regelmatig op hun website – zijn zijzelf alweer met nieuwe plannen bezig. Ik zag iets over een camping met wel heel bijzondere tenten. Ze zijn al verder met hun leven als wij mogen meegenieten van avonturen die allang afgerond zijn. Zo werkt dat bij televisie. En zo werkt het ook bij boeken.
Terwijl jullie nog in de zoete lavendelsfeer vertoeven van de Provence (heb je al aan de boekenlegger geroken?!) lig ik alweer in de clinch met een nieuw personage. Weer zo’n avontuurlijk type dat weg wil uit Nederland. Zo’n vrouw die de hele wereld aankan, maar die ik toch graag een lesje wil leren. Dat doe ik nou eenmaal in mijn verhalen. Op dit moment ben ik al een heel eind met schrijven, dus ze is al vertrokken. Maar loslaten? Nee, nog lang niet. Ze gaat nog een aantal spannende uurtjes (lees weken) beleven in het broeierige leven van Sicilië. En of het haar uiteindelijk gaat lukken om daar haar geluk te vinden, is zelfs voor mij nog de vraag.
Marelle Boersma
Bezoekersreacties:
|