Het rommelt in Thrillerland. Niets nieuws onder de zon trouwens, want dat is een vast gegeven rondom de bekendmaking van de short list van de Gouden Strop. Dit keer heeft de jury gekozen voor drie debuten in het totaal van vijf thrillers. Deze keuze ontlokt vragen. Of het zinnige vragen zijn staat ter discussie.
Ik hou wel van een goede discussie. Een beetje reuring in de gelederen. Net als een paar weken geleden toen Peter R. Kuijt de knuppel in het kippenhok gooide en er een behoorlijk gekakel op gang kwam. De R. is trouwens van recensent, dat niemand hier een andere term gaat bedenken. Er was nogal wat commentaar op zijn column, die daarna nog extra aangedikt werd door collega Tomas Ross. Hij noemde de vrouwelijke thrillerauteurs namelijk pennende kwebbelkutjes. De denigrerende manier van commentaar geven op collega’s is kennelijk deze gerespecteerde heren niet vreemd. Het zij zo. Het tekent hún manier van werken meer dan dat van hun collega’s.
Maar er is meer aan de hand in Thrillerland. De column van Anya Niewierra ‘De lezer wil sturing en verklaring’ werd bekritiseerd door Lieneke Dijkzeul. Ze zijn het niet eens. De een vind dat de thriller oppervlakkig mag zijn met personages die nauwelijks diepgang nodig hebben, de ander is over dat standpunt compleet verbijsterd. Dat laatste begrijp ik. Ik besteed hele trainingen aan hoe je diepgang geeft aan een personage, zodat die voor de lezer echt gaat leven. Daarnaast moet volgens Anya de thrillerauteur voorzichtig zijn met ‘metaforen en mooischrijverij’. Lezers hebben vooral sturing nodig. Huh? Zijn onze lezers echt zo dom dat ze als schapen een strak en uitgestippeld pad willen volgen? Lezen ze niet liever mooie zinnen die hen leiden naar het antwoord op de ‘waarom-vraag? Het zal wel een kwestie zijn van doelgroep.
Over doelgroep gesproken. De heren thrillerschrijvers willen graag ook de grotere groep lezers van de vrouwelijke auteurs bedienen. Ze willen, zoals ze zelf zeggen, hun literaire kwaliteit naar de vrouwelijke lezers brengen. Ik moet echt moeite doen om geen dubbele gedachten te krijgen. Net als met die knuppel van Peter R. trouwens. Het lijkt me dat ‘die mannen’ van meer walletjes willen snoepen. Ik kan hen natuurlijk oude snoeperds noemen, maar ik vind dat wat makkelijk. Te weinig diepgang, zeg maar.
Terug naar de Gouden Strop en het grote aantal debutanten. Dit ontlokte aan Ink Kroon van Thrillerlezers de vraag of de debuten zo goed zijn geworden of de gevestigde orde zo slecht? Ook zij smijt regelmatig een knuppel in een of andere groep. Peter R. reageerde bijna direct. Het was hem als jurylid in 1998 ook overkomen: drie debutanten op de shortlist. Niet echt een antwoord op de vraag natuurlijk.
Het is duidelijk: het is touwtrekken rondom de Gouden Strop. Dat levert een wel heel strak koord op om de nek van de winnaar. De Gouden Strop wordt zo een benauwende zaak. Maar aangezien ik een thrillerauteur ben, is het beter deze emotionele reflectie niet te geven. Want, zo zegt auteur Anya Niewierra in haar column, er is geen reflectie nodig voor een vrouwelijke thrillerauteur. En geen diepgang. En geen intelligente metaforen. En vooral geen mooischrijverij.
En dan zie ik door wie Anya begeleid is bij het schrijven van haar literaire thrillers: collega Tomas Ross.
Need I say more?