Na dagen twijfelen, wikken en wegen komt de hoofdpersoon in mijn thrillerserie, rechercheur en profiler Zoë Janssen, erachter dat haar eerste ingeving bij een duistere moordzaak toch juist was. De uitspraak ‘Told you so, sincerely, your intuition’ schiet door haar hoofd en laat haar vloekend en kwaad op zichzelf achter, kwaad omdat ze niet op haar intuïtie durfde te vertrouwen.
Als ik naar belangrijke momenten en beslissingen in mijn leven kijk, heeft mijn intuïtie er niet vaak naast gezeten. Sterker nog: meestal was het ‘spot on’. Maar ik heb er bizar slecht naar geluisterd. Mijn verstand kreeg altijd voorrang. Gracieus boog mijn intuïtie haar hoofd en verliet schoorvoetend het toneel. Om maanden later terug te keren in mijn brein en me streng toe te spreken: ‘Ik heb het je toch gezegd?’ En zo accepteerde ik uitspraken van mensen die mijn zelfvertrouwen afbraken (‘want het was toch fijn dat iemand kritiek durfde te geven?’), werkte ik samen met mensen die meer kwamen halen dan brengen (‘want het is toch mijn patroon dat ik te hard werk en te goed van vertrouwen ben?’) en koos ik mannen uit waar ik niet veel voor voelde (‘maar hij ligt in ieder geval niet (helemaal) in de goot en bovendien draagt hij geen witte sokken’).
Wat is dat toch, dat ik zo weinig op mijn intuïtie vertrouw? Omdat het niet meetbaar is? Ik het niet goed kan onderbouwen? Mijn verstand veel meer en betere argumenten heeft? En waarom wil ik eigenlijk zo nodig alles kunnen onderbouwen?
Afgaan op je intuïtie lijkt een effectief en krachtig middel en toch gooi ik het bij het eerste beetje tegengas bij het vuilnis. De reden is even simpel als confronterend: ik ben bang. Bang op mijn bek te gaan. Met mijn mond vol tanden te staan als de ander met een waterval aan goed beredeneerde woorden en sluitende argumenten komt.
Intuïtief handelen vraagt om lef. Lef om mezelf uit te spreken en ervoor te blijven staan zonder dat ik precies kan verwoorden waarom. Dat het genoeg is dat ik het zo voel. Dat ik me niet hoef te verantwoorden. Voor niks en niemand niet. En dat is doodeng. Vind ik. Niet al mijn antennes aanzetten naar de rumoerige buitenwereld, maar luisteren naar mijn stille binnenwereld. Daarop te vertrouwen en van daaruit te spreken.
Telling you,
Sincere me.