Het woord zegt het al: een kort verhaal is kort. Toch zorgde het kort verhaal dat ik voor de verhalenbundel De donkere dagen moest schrijven, voor een dijk van een blokkade. Het lukte gewoon niet. Ik begon aan een verhaal, en stopte na een paar alinea’s weer. Op de manier waarop ik bezig was zou mijn verhaal minstens tienduizend woorden gaan bevatten in plaats van dat gevraagde kleine aantal. Ik dacht te groot. Ik bedacht teveel lijnen. In feite had ik genoeg ideeën voor een heel boek! En het liefst wilde ik al die zaken in drieduizend woorden proppen. En dat terwijl ik wéét dat dit vaak een van de redenen is dat je als schrijver in je boek vastloopt. Dus dat gebeurde dan ook. Onwrikbaar vast zelfs.
Een kort verhaal schrijven klinkt gemakkelijk. En er zijn schrijvers die zo’n verhaaltje zo even uit hun mouw schudden. Die zien het als een schrijfsprintje, een vingeroefening tussendoor. Dat is iets waar ze blij van worden. Nou, zo’n schrijver ben ik dus niet. Een kort verhaal schrijven vind ik lastig! Geef mij maar een boek, dan mag ik losgaan en verschillende verhaallijnen bedenken, maar een kort verhaal vraagt om het beteugelen van fantasie. Het vraagt om klein houden en daar ben ik niet van.
Ik denk groot.
Ik doe groot.
En ik schrijf het liefst groot.
En dat past niet bij een kort verhaal.
Maar ik móést aan de bak. Er hing een dikke vette deadline boven mijn hoofd. Niet echt stimulerend als je toch al veel te druk bent en net midden in een landenverhuizing zit. Maar goed, daaraan kon ik niet veranderen. Terug naar het kort verhaal.
Na vele dagen worstelen wandelde er toch nog een prachtig idee mijn hoofd binnen. Kijk, en dan verander ik meteen in een blij ei en hoor je gedurende vele uren alleen het gerikketik van mijn toetsenbord. Tussen alle andere regeldingetjes door, schreef ik zo’n 5000 woorden. En zonder al te veel nalezen stuurde ik het op. Kort verhaal, check. Deadline gehaald. Helaas was mijn uitgeefster er niet erg blij mee. Het was te verwarrend schreef ze. Er gebeurde teveel voor een kort verhaal.
Au!
Nadat mijn irritatie weggekropen was, las ik met een kritische blik mijn verhaal opnieuw door. Pas toen ontdekte ik dat ik weer in mijn eigen vertrouwde valkuil gevallen was: verschillende verhaallijnen, uitgewerkte personages en een plot dat te ingewikkeld was. Dit verhaalidee was veel geschikter voor een heel boek! En dus moest ik terug naar de tekentafel.
Terwijl ik mijn verhaal begon te ontleden hoorde ik de woorden terug die ik altijd tegen mijn cursisten zeg: ‘je hebt zeker drie verhalen in dit ene boek.’ Grinnikend koos ik een van de verhaallijnen uit en begon opnieuw. Een verhaal in de sneeuw. Een klein gegeven. Een vrouw in nood. En binnen een paar dagen kon ik een nieuw verhaal opsturen. Een kort verhaal, zoals gevraagd.
De reactie was ook kort: ‘Erg goed geworden, superspannend! Ik ga het doorsturen naar de redacteur.’
De blokkade was verdwenen, en ik was weer terug. Mijn verhaal is klaar. Deadline gehaald.
Maar nu blijf ik me alleen nog afvragen: wat zal ik nu met die andere verhaallijnen doen?