Dat laatste levert ook een verwondering met een frons op. Hoe kan ik van zoveel mensen inspiratie, warmte en liefde krijgen, terwijl Nederland alleen maar harder en ontevredener lijkt te worden?
Soms lijkt mijn land één grote satire, want het bestaat niet dat je op deze plek van vrijheid, democratie en rijkdom, chronisch chagrijnig bent. Zo hoorde ik een man in een auto van pakweg 70.000 euro klagen dat de benzine zo duur is. Een bejaarde vrouw die intolerant en onbeschoft is, zeurde over de jeugd van tegenwoordig. Een buurman kon over prachtigste bloesem alleen maar zeggen dat het zo’n rotzooi geeft. En er was nog iemand die zijn aanhangwagen liever niet aan zijn zoon uitleende ‘want dan slijt hij maar’.
Daar moet ik dan heel hard om lachen.
Maar het lachen vergaat me als politici hier opgegroeide pubermeisjes naar een land als Afghanistan willen sturen, ‘omdat kinderen nu eenmaal heel flexibel zijn’. Zo’n minister gun je een onvergetelijke flex-ervaring: in de boerka hijsen en per express met glad gewaxte benen en henna geverfde voeten afleveren in een Talibankamp. Met een beetje geluk houdt hij aan dat werkbezoek een wat flexibelere geest over, maar in elk geval een flexibele anus. En dat gun je zo’n man.
En dan zo’n Polenmeldpunt. Ik zie het Van Kooten en De Bie, alias Jacobse en Van Es met hun Tegenpartij (bang voor geen enkel heet hangtaboe) zo brengen. Maar het Polenmeldpunt is echt. Zelfs als blijkt dat het Nederlandse ondernemers miljoenen heeft gekost en dat we onze Nederlandse tronies in heel Midden en Oost-Europa niet meer met goed fatsoen kunnen vertonen, verkondigen ze trots ‘dat het een goed idee was, want er zijn 40.000 klachten binnengekomen’.
Dan ben ik niet eens een softie met een ‘linkse hobby’, maar meer iemand van een goede linkse directe als het nodig is. Want kleine klootzakjes die voor niemand respect hebben, moet je keihard aanpakken. Maar ik ken uit mijn jeugd ook het gevoel van onschuld en toch uitgekotst worden. Als kinderen niet met je mogen spelen, of als je de ‘usual suspect’ bent voor de meest absurde dingen, dan ga je je daar vaak naar gedragen. En dan heb ik gelukkig niet eens uiterlijke kenmerken die me konden stigmatiseren. Nou ja, behalve dan als dom blondje.
Tot mijn verbazing zag ik van de week in de supermarkt, uitgerekend in de vitrine met boter, het verwonderlicht. Eerst drong de absurde werkelijkheid van een vitrine met 48 soorten boter tot me door en wist ik ineens niet meer wat ik moeilijker aan Afrikaanse vrienden uit kon leggen; ons Polenmeldpunt of die botervitrine.
Vervolgens zag ik het hele plaatje. Zo’n vitrine vol van iets banaals als boter, is precies waarin onze beschaving zich uit: meer en meer in wat we hebben en steeds minder in beschaafd zijn.
Ik werd misselijk van het idee nog ooit boter te eten, totdat ik de Blue band anti cholesterol zachtjes hoorde fluisteren: ‘Jullie zijn niet hard, jullie zijn bang.’ Ze werd meteen aangevuld door de Bertolli vloeibaar. ‘Als je veel hebt, is de kans op angst om alles kwijt te raken nu eenmaal groter.’ De Campina halfvolle smeerbare roomboter deed ook nog een duit in het zakje. ‘Dan krijg je het met een beetje pech zo druk met het pareren van mogelijke bedreigingen dat je vergeet te genieten.’
Iedereen veel verwondering gewenst in 2013 en leg zo nu en dan je oor eens tegen het venster van de botervitrine. Antoinette Verstegen Onze columniste Antoinette Verstegen maakt ons elke maand deelgenoot van een gedachtenkronkel of zieleroersel. Antoinette (1967) is schrijver van de spannende roman Wraak en de thriller on demand Niet omkijken.
Bezoekersreacties:
Miran (42) op 23 december 2012: Daar heb ik weinig aan toe te voegen!! T staat weer als een huis!
Angelika (52) op 19 december 2012: Zij kunnen het weten, hun boterhoofd altijd koel, zolang ze in de veiligheid van de glazenvitrine blijven.
|