De kliniek, de nieuwste thriller van Martine Kamphuis, gaat over het reilen en zeilen van een tbs-kliniek. En wat heeft ze die instelling toch levensecht neergezet! Zodra je het boek openslaat, stap je in de wereld van de tbs-ers en hun begeleiders, die vaak net zo gek zijn als hun cliënten. Of gekker. Toen ik de kliniek weer 'uitstapte' had ik een heleboel vragen aan de auteur.
De kliniek is tot op het einde onvoorspelbaar: iedereen gedraagt zich vreemd en zou dus een dader kunnen zijn. Had je de plot helemaal uitgepuzzeld voordat je aan het schrijven begon?
Nee, ik had niet alles uitgedacht. Als ik aan een verhaal begin, heb ik wel een aantal lijnen in mijn hoofd, maar vaak verandert er tijdens het schrijven van alles. Als het lekker loopt, komen de personages tot leven en die zetten dan soms zaken in gang die ik zelf niet voorzien had. Dat zijn de leukste momenten van het schrijfproces!
Tbs-kliniek wordt de laatste tijd regelmatig gekozen als setting voor een thriller. Waarom denk je dat het voor de schrijvers en de lezers zo’n interessant onderwerp is?
Voor elk verhaal geldt dat bijzondere of zelfs bizarre personages het boeiender maken en die heb je in een tbs-kliniek volop. Daar komt bij dat een gesloten systeem – en dat is zo’n kliniek – de personages tot elkaar veroordeelt, wat zorgt voor dynamiek.
Volgens mij heb ik nog nooit een schrijver geïnterviewd die al zo veel boeken heeft geschreven. Blijft het makkelijk om nieuwe ideeën te vinden?
De ideeën komen overal vandaan – als ik in de trein zit en een flard van een gesprek hoor kan dat een verhaal worden, hetzelfde geldt voor een stukje in een tijdschrift, of in de krant. Naarmate ik langer schrijf, gaat dit proces overigens gemakkelijker. Zeker bij mijn kinderboeken probeerde ik het in de eerste jaren soms te forceren, omdat ik heel graag verder wilde schrijven. Nu weet ik dat ik het de tijd moet geven, dan komt het vanzelf.
Psychiater is een boeiend beroep en als schrijver ben je bewust of onbewust altijd met je boek bezig. Is het je ooit overkomen tijdens je werk dat je dacht: dit moet gewoon in mijn boek?
Het klinkt misschien gek, omdat de Geestelijke Gezondheidszorg regelmatig een rol speelt in mijn boeken, maar als het gaat om patiënten-verhalen, is er een heel duidelijke grens. Dingen die ik hoor van, of zie bij de mensen die ik behandel, zal ik nooit gebruiken. Bij collega’s ligt dat anders, ik heb geen bezwaren om die naar de pagina’s van een boek te transporteren. In de kliniek lopen medewerkers rond die uit het leven gegrepen zijn…
Op de site van je uitgeverij staat dat De kliniek een deel van een serie is. Klopt het nog steeds en wanneer kunnen we het volgende deel verwachten? Zal Sanne daarin ook de hoofdrol spelen?
Het is inderdaad de bedoeling dat er een vervolg op De kliniek komt. De ideeën daarover borrelen al. Maar eerst ga ik een volgende jeugdthriller voor Ploegsma schrijven.
Tijdens het lezen van De kliniek had ik het gevoel dat ik een echte kliniek was binnengestapt, heel knap gedaan. Het viel me op dat er veel bureaucratie is rondom medische procedures. Geldt dat voor alle zorginstellingen, denk je?
Een deel van de procedures in een tbs-kliniek hangt samen met de mogelijke delict gevaarlijkheid van de patiënten, dat speelt in de reguliere zorg niet. Maar ook daar zijn veel procedures, bijvoorbeeld rondom het verstekken van medicijnen, of het tijdschrijven door medewerkers. In sommige instellingen worden er lijsten rondgestuurd met daarop de percentages patiënt gebonden tijd die medewerkers gehaald hebben, dan zijn de namen van mensen groen, oranje of rood.
Aan het begin van het boek ontmoet de onzekere Sanne een vrouw die met een paar opmerkingen haar hele verdere leven beïnvloedt. Is er iemand in je leven geweest die jou een zetje in de juiste richting heeft gegeven?
Er zijn regelmatig mensen op mijn pad gekomen die me hielpen om mijn eigen belangen op een goede manier te behartigen. Nu ik zelf een dagje ouder word, probeer ik die rol voor jongere collega’s te vervullen.
De kliniek is voor mij het eerste gelezen boek waarin de coronapandemie wordt benoemd. Ben je met het schrijven tijdens de pandemie begonnen of heb je het er later ingeschreven?
Ik ben in januari of februari aan dit verhaal begonnen, dus nog voor de eerste lockdown. Het was overigens wel heerlijk om met zo’n project bezig te zijn in deze vreemde tijd.
Je debuteerde in 2006 en sindsdien verschijnt er vrijwel elk jaar een thriller en een jeugdboek. Hoe combineer je dat naast je baan als psychiater en een gezin?
Het klinkt misschien gek, maar schrijven is voor mij naast inspanning toch ook vooral ontspanning. Op mijn werk komt er heel veel op me af waar ik op moet reageren, tijdens het schrijven is er alleen datgene wat ik zelf creëer. Het combineren met mijn gezin is overigens niet zo heel moeilijk meer, mijn jongste zoons zijn 21, de oudste is 23. Gelukkig zie ik ze nog heel regelmatig, maar de grote en kleine klusjes die bij het dagelijks leven horen kunnen ze inmiddels zelf doen.
Houd je nog tijd over om te lezen? Wat was het boek dat in 2020 de grootste indruk op je heeft gemaakt?
Grappig genoeg lees ik nauwelijks nog thrillers, terwijl ik dat eerder wel deed. Het lukt niet meer om dat onbevangen te doen. Dit jaar heb ik erg genoten van het nieuwe boek van Anne Tyler, The redhead by the side of the road en ik heb Ann Patchett ontdekt, The Dutch house en nu lees ik Run.
Je schrijft zowel voor volwassenen als voor kinderen. Wat gaat je gemakkelijker af? Als je tussen deze twee genres zou moeten kiezen, voor welk zou je dan gaan?
Het is allebei heel leuk om te doen, ik hoop dat ik nooit hoef te kiezen. Een thriller voor volwassenen is complexer, alleen al door het aantal woorden. Schrijven voor kinderen of jeugd nodigt uit om te proberen op een subtiele manier iets leerzaams in het verhaal te verwerken.
In tegenstelling tot de meeste auteurs ben je niet te vinden op social media. Houd je je niet op die manier bezig met promotie van je boeken?
Dat ik niet actief ben op social media heeft te maken met mijn beroep, ik kies ervoor om online niet al te zichtbaar aanwezig te zijn.
En tot slot een vraag die ik graag aan alle schrijvers stel. Wat is het schrijven voor jou?
Flow!
Dank je wel voor je antwoorden, Martine. Ik hoop dat je nog lang in die flow zal blijven en nog vele boeken zal schrijven.