Een gedreven creatieveling met lol in het leven.
Wanneer kwam je tot de ontdekking dat je schrijfster wilde worden en waarom koos je voor het thrillergenre?
Eigenlijk ben ik pas heel laat op het schrijfspoor gezet. Mijn vader had een boek geschreven en nodigde me uit voor zijn boekpresentatie. Zijn boek lag op tafel met zijn naam erop: Joop Boersma. Toen pas begon het te kriebelen. Ik realiseerde me dat ik altijd mijn gedachten, observaties, ontmoetingen en ervaringen had opgeschreven en hoeveel ik daarvan genoot. Het drong tot me door dat ik dát wilde doen: een boek schrijven. Dus dat ben ik gaan doen. Vier jaar daarna was mijn debuut een feit en nodigde ik op mijn beurt mijn vader uit voor de boekpresentatie. Als lezer hielden thrillers me al jaren uit de slaap. De spanning in die boeken vind ik heerlijk. Het kostte mij nog geen seconde bedenktijd om te beslissen in welk genre mijn boeken zouden vallen: thrillers.
Op je website staat dat je schrijftrainingen geeft (ook online) en schrijfvakanties verzorgd. Wat leer je de cursisten en blijft er voldoende eigen ‘schrijftijd’ over?
Het is prachtig om mijn kennis en ervaring door te geven en anderen met dezelfde droom (een boek schrijven) te helpen. Doordat ik vele jaren in het (begeleidend) onderwijs heb gewerkt, weet ik hoe ik trainingen moet opbouwen en de theorie het beste kan aanbieden. Prachtig dat ik dat nu op dit gebied mag doen. Mijn droom kwam helemaal uit toen bleek dat ik ons prachtige plekje in de Algarve kan inzetten om mensen op deze rustgevende plek te laten schrijven. Dat zijn de schrijfvakanties geworden. Het zijn heel doelgerichte trainingen waarbij ik niet alleen de techniek leer, maar vooral ook mee denk over het te schrijven verhaal. Mijn eigen schrijftijd moet ik echt bewaken. Maar in de stillere tijden (hartje winter en hartje zomer) blokkeer ik tijd in mijn agenda om zelf weer lekker te kunnen schrijven. Een van onze schrijfhuisjes is daarbij echt favoriet. Een prachtig uitzicht over de sinaasappelbomen, schaduw op mijn scherm en een lekkere temperatuur om me heen en de honden op het kleedje op het terras. Die sfeer voel ik wel, maar ik zie er meestal weinig van, want tijdens het schrijven zit ik echt in een andere wereld.
Hoe ziet je schrijfproces eruit? Met andere woorden; hoe wordt een idee uit je hoofd vertaald naar een boek?
Het begint meestal met een thema, een onderwerp. Er zijn helaas nog veel misstanden in de maatschappij die een boek verdienen. Sommige onderwerpen zitten al een tijdje in mijn hoofd en worden dan ineens aangetikt door iemand die me een mail schrijft en me vraagt of ik daar ‘iets mee kan’. Daarna volgt een denkproces, dat soms maar een paar minuten, maar soms ook maanden duurt. Het gaat daarbij vooral om de verteltrant: de manier waarop ik het verhaal op een respectvolle manier kan opschrijven zodat de lezer voelt hoe het is om zoiets mee te maken. En daarna volgt de opbouw van het verhaal waarvoor ik een eigen methode heb ontwikkeld, die mij altijd enorm helpt en direct de inspiratie laat stromen. Pas daarna begin ik met het daadwerkelijke woorden produceren.
Je schreef een boek samen met je vader. Waarover gaat het boek en wiens idee was het om dit samen te schrijven?
Het was mijn idee om het boek Kruimels zijn ook brood samen te schrijven. Doordat ik minder vaak in Nederland ben, zie ik mijn ouders minder vaak. Dan pas valt je op dat ze al oud zijn. Veranderingen gaan niet meer geleidelijk, maar het gaat met grotere sprongen. Mijn vader is negentig en heeft bijna een eeuw leven achter de rug. We hebben, al wandelend door Arnhem, een gesprek gevoerd over het leven. Dat ging over wezenlijke zaken, over ervaringen van vroeger. Wat maakt je tot wie je nu bent? Zijn dat de genen of wordt het leven op een andere manier doorgegeven van ouder op kind? Het verhaal start bij de grootvader van mijn vader, levend in armoede in de veengebieden van zuid-oost Drenthe, en gaat via zijn vader naar mijn vader, naar mij en zelfs door naar mijn twee jongens. Een bijzonder proces om samen te doorlopen, vooral omdat mijn vader me dingen heeft verteld die hij dacht mee te nemen in zijn graf. Vroeger werd over veel zaken ‘niet gepraat’, nu hadden we een openhartig gesprek. En dat hebben we samen opgeschreven; elk onze eigen anekdotes in een eigen schrijfstijl. Het boek verschijnt 1 juli bij De Droomvallei.
Welk personage uit Blind date is jouw favoriet en waarom?
Moon heb ik in mijn hart gesloten. Moon is een jonge kwetsbare vrouw die iets heftigs heeft meegemaakt en daarna op zoek gaat naar een beetje liefde en vertrouwen. Helaas gaat dat pad over meer hobbels dan ze verdient. De invloed van je omgeving en vooral van internet kan veel groter zijn dan dat je zelf direct in de gaten hebt. Het is angstaanjagend om te zien hoe mensen elkaar (in woorden en daden) afmaken via deze gevaarlijke digitale wereld. Dreigementen komen steeds meer voor. Moon vecht in dit verhaal tegen deze harde en veroordelende wereld .
Blind date gaat o.a. over internetdating. Hoe heb je hiervoor onderzoek gepleegd?
Ik heb (net als miljoenen andere vrouwen) op datingsites gestaan. Zo anoniem mogelijk. Daar ontmoet je prachtige mensen, maar ook creeps. Met mijn vriendin wisselde ik ervaringen uit, en ook aan Ilse Karman vertelde ik weleens wat me nu weer was overkomen. Zij gaf aan: schrijf eens over daten, je hebt van die prachtige ervaringen die je vast wel kunt gebruiken. Al deze zaken hebben me geinspireerd om dit boek te schrijven. Er staan dus oook een aantal eigen ervaringen in… Maar natuurlijk heb ik ook research gedaan naar andere zaken die in het boek naar voren komen, een onderliggende thematiek die de lezer zelf zal ontdekken tijdens het lezen.
Inmiddels heb je 11 thrillers geschreven. Wordt de druk bij een volgend boek groter of heb je daar geen last van?
Nee, daar heb ik geen last van. Schrijven zal me nooit meer loslaten. Het is begonnen met een lichte kriebel, die inmiddels als een nooit meer helende koorts zal blijven smeulen. Er valt nog zoveel te schrijven. Het enige dat ik wil is weer een compleet andere insteek, of verteltrant gebruiken. Iets bijzonders. Dat is vooral om mezelf scherp te houden zodat het geen truukje wordt. Daarmee maak ik het mezelf weleens te moeilijk. Maar ik hou wel van een uitdaging 😊 Als je uitdagingen uit de weg gaat, kun je nooit groeien.
Heb je een favoriete auteur/boek? Zo ja, welke?
Deze vraag wordt mij vaker gesteld, maar die heb ik eigenlijk niet. Er zijn auteurs die ik bewonder om de manier waarop ze in slechts een paar woorden een sfeer neer kunnen zetten, maar ik geniet ook van een bijzonder nooit meer te vergeten personage. Er zijn ook auteurs die prachtige levensdilemma’s neerzetten die mij direct aanspreken. Het gaat bij lezen veel minder om de auteur, die in altijd ondergeschikt aan het verhaal.
Je schrijft al aan thriller nummer 12. Wil je hierover al iets vertellen?
De eerste hoofdstukken staan inderdaad op papier. Het onderwerp blijft nog even geheim totdat ik het verhaal echt stevig in de vingers heb. Een moeilijke thematiek dit keer, erg kwetsbaar ook. Dus vandaar dat ik voorzichtig ben in het delen van informatie. Maar juist daarom ben ik vastberaden om er een prachtig verhaal van te maken. Een verhaal dat heel actueel is, maar tegelijkertijd heel gevoelig ligt. Weer een uitdaging dus.
Hoe zie jij jezelf over 10 jaar?
Tien jaar geleden had ik geen idee dat ik nu niet meer aan de universiteit zou werken, dat ik met schrijven mijn brood zou kunnen verdienen en dat ik supergelukkig met een nieuwe liefde in Portugal zou wonen. Ik ben een gelukkig mens. Eigenlijk hoop ik vooral dat ik over tien jaar nog net zo gelukkig ben als nu. Hoe en waar maakt me niet uit. Maar ik denk dat ik nog steeds met schrijven bezig zal zijn. Ik kan me eigenlijk een leven zonder verhalen niet voorstellen.
Marelle, heel erg bedankt voor dit interview!