1. Je hebt al eerder boeken geschreven, maar Deadline is je eerste thriller. Waarom wilde je graag een thriller schrijven?
Sabine: Ik wilde graag een spannend boek maken, een 'hard' verhaal over dingen die ertoe doen. Wat er gebeurt in de kerncentrale Dodewaard, dat doet ertoe. Zeker als daar iets gebeurt wat niet in de haak is. Terwijl ik het verhaal bedacht, werd het duidelijk dat het een thriller moest worden, een detective eigenlijk. Suzy, de hoofdpersoon, peutert een draadje los van een schandaal waar levensgevaarlijke figuren bij betrokken zijn. Hoe verder ze komt, hoe griezeliger het wordt, maar ja, dan is ze zo nieuwsgierig dat ze wel door moet gaan. Bovendien wordt ze een beetje verliefd op haar collega.
2. In Deadline gaan twee journalisten op onderzoek uit naar het gebruik van een oude kerncentrale. Heb je veel onderzoek moeten doen voor dit boek?
Sabine: Nou en of. Maar het research is een van de leukste onderdelen van het schrijven. Ik snap nu hoe een kerncentrale werkt en wie er bestuurlijk verantwoordelijk voor zijn. En ik weet nu hoe journalisten denken en naar informatie zoeken. Ik was onder de indruk van de daadkracht die een journalist moet tonen. Zelf zoek ik het liefst zo lang mogelijk op het internet en in de bibliotheek naar informatie. Maar journalisten bellen iedereen meteen op: professoren, ministers, CEO's van grote bedrijven, het maakt ze niets uit. Verlegenheid is een onhandige eigenschap voor een journalist.
3. De twee hoofdpersonen lenen zich uitstekend voor een tweede deel. Komt dat er ook? En komen we dan ook te weten hoe het afloopt met Rinus?
Sabine: Een tweede deel zit er zeker in want ik ben nog lang niet klaar met Suzy en Lucas. En Rinus...Die vaart op zee.
4. Je doet nog veel meer behalve boeken schrijven. Heb je het niet hartstikke druk?
Sabine: Ja, ik heb het druk. Maar omdat ik graag moeder en geliefde wil zijn prop ik al dat werk in vier dagen per week. Dat kost wel enige dicipline. Ik voldoe totaal niet aan het romantische kunstenaarsideaal van de bleke jongeling die overdag eenzaam door de stad slentert en 's nachts op zijn zolderkamertje aan zijn bureautje gelijmd zit en altijd maar wacht op inspiratie. Ik ga om negen uur achter mijn bureau zitten en ik schrijf. Als het niet goed is doe ik het over. En om half zes ga ik koken.
5. Wat is het verschil voor jouals schrijver tussen het schrijven van een boek en het schrijven van een script?
Sabine: Als je een scenario maakt, moet alles wat je opschrijft te zien zijn in de uiteindelijke film. Dat betekent dat je iedere gedachte, emotie of wending in je verhaal in beelden moet vertalen. Wat soms heel moeilijk is. Maar het mooie is dat de beeldtaal heel rijk is en de kijker heel veel begrijpt zonder woorden. Die communicatie met de (toekomstige) kijker is het leukste van het schrijven van scenario's. Steeds weer die vraag: als ik eerst dat hondje laat zien en dan die drol, begrijpt de kijker dan...? Nou ja, et cetera. Bij een boek kun je je overgeven aan eindeloze gedachtestromen van je personages: hun dromen, verwachtingen en hypotheses voeren de lezer mee en zetten hen op het verkeerde been. Dat is weer een ander spel. De vraag is steeds: Hoeveel moet je vertellen om iets duidelijk te maken? En hoeveel kun je weglaten?
6. Wat wordt je volgende project?
Sabine: Een nieuwe thriller, die ik samen met Emile Proper schrijf. Een heel ander verhaal, maar wel spannend en grappig.
7. Er staat een hele mooie bio op je website die meer vragen oproept dan beantwoordt. Kan je iets meer over jezelf privé vertellen?
Sabine: Alles wat op www.vandeneynden.nl is waar. Maar ik kan wel iets meer vertellen: Ik woon met Emile Proper en onze dochter in Amsterdam en daar werk ik ook. Mijn jeugdzondes zijn zo talrijk dat ik er maar niet aan begin ze op te noemen, maar ik heb gelukkig mijn verstand niet verloren en heel veel leuke vrienden over gehouden aan mijn discojaren. O nee, sorry, ik bedoelde natuurljk: studietijd.
8. Welke boeken en thrillers lees je zelf graag?
Sabine: Ik ben een langzame lezer dus ik moet selectief zijn. Daarom lees ik het liefst literatuur en boeken die ik nodig heb voor research. Ik vond Het diner van Herman Koch een goed boek. Cel van Charles den Tex vond ik ook erg goed. Spannend. Mijn favoriete Nederlandse schrijver is Arthur Japin. Maar het mooiste wat ik de afgelopen jaren heb geschreven is Shalimar de Clown van Salman Rushdie. Toen ik voor de serie Juliana schreef, las ik bijvoorbeeld alle biografieën over Juliana, Bernhard en Wilhelmina. Maar ook ben ik toen De koningsromans van Louis Couperus gaan lezen omdat ik dat verheven taalgebruik in de vingers wilde krijgen. Maar ik vergrijp me ook wel eens aan een John le Carré. Annette
Bezoekersreacties:
|