Kun je jezelf omschrijven in vier woorden?
Verhalenverteller, Marsfanaat, leergierig, ervaringenzoeker.
Dat ik graag verhalen vertel, is na drie fictieboeken wel bekend en wie mij volgt weet ook dat ik een thriller over de eerste bemande missie naar Mars heb geschreven (De rode magneet). Het leergierige uit zich in het feit dat ik verschillende genres uitprobeer en graag bijleer via schrijfcursussen en workshops. Ik hou van nieuwe ervaringen, daarom het woord ervaringenzoeker. Als iemand mij de keus geeft tussen het vertrouwde of het onbekende, dan kies ik steevast voor het onbekende.
Je werkt als zelfstandig tekstschrijver en webredacteur bij jouw eigen bedrijf Bertina Mulder Tekst & Redactie. Ook doe je allerlei werkzaamheden voor de huisartsenpraktijk van jouw man in Emst, zoals personeelszaken en andere administratieve taken die horen bij een eigen onderneming. Hoe combineer je dit allemaal met het schrijven? En wil dat schrijven nu wel vlotten nu er extra druk ligt op de huisartsenpraktijk vanwege het coronavirus? Ook vertelde je in eerder interview dat je graag op Curaçao schrijft en nu die mogelijkheid er niet is, heeft dit invloed op het schrijfproces?
Voordat ik mijn eigen bedrijf startte, werkte ik parttime op de communicatieafdeling van een zorgorganisatie (GGZ en VVT). Tegelijkertijd waren mijn man en ik druk met de opzet van een gezondheidscentrum in Emst en aansluitend de praktijkverhuizing. Ik had destijds het verhaal van Wisselwerking al in mijn hoofd, maar ik was te druk om het op te schrijven. Na een ziekenhuisopname vond ik dat het verhaal maar eens op papier moest. Ik stopte met mijn communicatiewerk en startte mijn eigen bedrijf, met werkzaamheden die goed online konden. Vervolgens ben ik een halfjaar naar Curaçao gegaan om Wisselwerking te schrijven. Dat beviel mij zo goed, dat ik voor De rode magneet weer ben gegaan, toen voor drie maanden. Inmiddels ben ik verhuisd naar Epe en heb ik een heerlijke schrijfkamer, vol aandenken uit Curaçao. Ik heb de afgelopen tijd inderdaad niet veel geschreven, ook omdat mijn zwager overleed en mijn man en ik nog twee weken ziek zijn geweest. Alle symptomen wezen op corona. Het was een angstige tijd, omdat we patiënten kenden die na een periode met milde klachten alsnog naar het ziekenhuis gingen. Tijdens onze thuisquarantaine startte onze praktijk met totaal andere manier van werken. Het leven stond op zijn kop. Gelukkig zijn we er goed doorheen gekomen en is alles nu minder hectisch, dus begin ik langzamerhand weer met schrijven.
Je hebt de roman Wisselwerking geschreven, daarna de thriller De rode magneet en je laatste boek, De Veluwse verdwijning, is een misdaadroman. Ben je nog zoekende naar het genre wat het beste bij je past?
Ik heb verschillende genres uitgeprobeerd om te kijken wat het beste past bij mijn schrijfstijl. Ook zijn het onderwerp en thema van belang voor mijn keuze. Van elk genre leerde ik weer iets bij. Naast de door jou genoemde genres schrijf ik wel eens een kort verhaal, bijvoorbeeld voor een schrijfwedstrijd.
De Veluwse verdwijning speelt zich af op de Veluwe, vlakbij Bertina’s eigen huis. Een boek waarbij Bertina zich heeft laten inspireren door een rouwadvertentie. Naar aanleiding hiervan had ze een bijzondere ontmoeting waarbij haar eerste gedachte was O jee, nu moet ik dit boek uit de handel halen.
Kort voordat De Veluwse verdwijning uitkwam, nam een journalist van de Stentor contact met mij op over het boek. Hij had gelezen dat het originele rouwbericht in hun dagblad had gestaan en wilde weten om welke advertentie het ging. Ik had in mijn verhaal alle data, namen en plaatsen gewijzigd, dus was wat terughoudend. De journalist drong aan en ik gaf hem alleen een achternaam en een jaartal. Hij vond de advertentie en gebruikte daaruit iets voor zijn artikel over mijn boek. Weliswaar niet de namen, maar net voldoende om de betrokkenen alert te maken. Twee dagen later werd ik gebeld door een man die vroeg of ik de schrijfster was. Mijn hart klopte in mijn keel. Wie was hij en wat wilde hij? Mocht ik mijn boek nog wel publiceren? Ik gaf toe dat ik het boek had geschreven, maar benadrukte meteen dat ik er alles aan had gedaan om geen link te leggen met het echte rouwbericht. De man bleek heel aardig te zijn. Hij vertelde me dat ik goed had aangevoeld dat zich rond het betreffende echtpaar en hun katten dramatische gebeurtenissen hadden voorgedaan en hij bood me aan om een keer te vertellen wat zich werkelijk had afgespeeld rondom de overledenen. Daarover kan ik niet in detail treden, maar ik kan je wel vertellen dat zijn verhaal net zoveel plotwendingen bevatte als mijn misdaadverhaal.
Maar ook de thriller De rode magneet zorgt voor bijzondere ontmoetingen en gelegenheden. Mede door de vele research die Bertina gedaan heeft voor dit boek.
De rode magneet is een spannend verhaal over de eerste bemande missie naar Mars. Mijn interesse voor de rode planeet ontstond doordat een Nederlandse ruimtevaartonderneming een advertentie plaatste om Marsastronauten te werven. Talloze mensen over de hele wereld hebben toen gesolliciteerd. Ik vroeg met af wat het met mensen zou doen als ze maandenlang naar Mars zouden reizen, met een crew van vier in een kleine ruimte. Om maar niet te spreken van de risicovolle landing die je te wachten staat. We weten inmiddels wat een totale lockdown betekent, voor een Marsreis geldt in feite hetzelfde. Waarom zou je kiezen voor een planeet waar de atmosfeer dodelijk is, je omringd bent met straling en waar je alles vanaf de grond af moet opbouwen?
Het schrijven van een boek is één ding, maar zeker bij een onderwerp als een Marsreis is research belangrijk. Ik zocht contact met Marsexperts van ESA en SpaceX, van wie ik interessante antwoorden op mijn vragen kreeg. Door te reageren op een tweet van NASA werd mijn naam op een microchip gezet en meegezonden met de InSight-Marslander, die eind 2018 ongeschonden op Mars landde. Dit werd opgemerkt door de Nederlandse media. Ik kwam op tv bij Tijd voor Max en werd geïnterviewd door journalisten van kranten en radioprogramma’s, onder andere van RTV Gelderland, NPO2 (Ruud de Wild), NPO5 en RTV Oost. In de Telegraaf verscheen een duo-interview met Artemis Westenberg (voorzitter Explore Mars) en mij, dat als titel ‘De vrouwen van Mars’ kreeg. Later ontmoette ik exobioloog Wieger Wamelink van Wageningen University & Research, die met zijn unieke project ‘Food for Mars and Moon’ onderzoekt hoe je planten kunt kweken op Mars-simulatiegrond. Hij hoopt hiermee toekomstige Marskolonisten van verse groenten te voorzien. Samen gaven we de lezing ‘Passie voor Mars’. Donateurs van zijn project krijgen De rode magneet. Onlangs mocht ik voor The Mars Society USA twee Engelstalige interviews met Marsexperts aanleveren, hopelijk worden die de komende tijd gepubliceerd. Wie had gedacht dat het schrijven van een boek zoveel belevenissen met zich mee zou brengen?
Je bent momenteel druk bezig met een volgend boek. Kun je daar al wat over vertellen?
De IJsselbrief (werktitel) is gebaseerd op de flessenpost die de stuurman van het Deventer pontje uit de IJssel viste. Dit is werkelijk gebeurd, op mijn website staat een link naar het originele bericht. In de betreffende wijnfles zat een mysterieuze Engelse brief, ondertekend door Mandy. Er stond geen adres bij, blijkbaar wilde ze niet in contact komen met de vinder. Ik sprak de veerman en kreeg te horen hoe hij de fles te pakken kreeg. Hij wist niet wie Mandy was, maar zou dat wel graag willen weten. Deze gebeurtenis triggerde mij om Mandy en haar flessenpost als onderwerp voor mijn volgende boek te kiezen. Ik wil me focussen op Mandy’s karakter en haar beweegredenen, daarom heb ik voor de romanvorm gekozen. Mijn vorige verhalen waren vooral plotgedreven, dit verhaal wordt karaktergedreven. Hiermee onderzoek ik weer een nieuw aspect van het schrijven. Langzaam groeit het verhaal onder mijn handen.
Wat vind je het leukste aan het schrijven van een boek?
Het schrijven geeft me rust en voldoening. Het spreekt ook mijn creativiteit aan, met schrijven ontstaat iets wat er daarvoor nooit was. Een mooie bonus is dat mijn research me in contact brengt met interessante mensen die ik anders nooit gesproken had, zoals de veerman of een filosofe uit Deventer met wie ik Mandy’s brief heb geanalyseerd.
Hoe zie jij jezelf over vijf jaar?
Ik wil blijven schrijven zolang ik kan, dus als het goed met me gaat, doe ik dat over vijf jaar ook nog. Tegen die tijd heb ik De IJsselbrief gepubliceerd en misschien ook nog een ander boek. We krijgen helaas een economische recessie voor de kiezen en ik hoop, voor ons allemaal, dat we die over vijf jaar weer te boven zijn. Waarschijnlijk zal de maatschappij flink veranderen door de coronapandemie. Hopelijk ten goede, en geven we dan minder om materiële zaken en meer om elkaar.