Linda van Rijn is een pseudoniem en de auteur achter dit pseudoniem is nog steeds een groot geheim. Waarom schrijven onder een pseudoniem en waarom moet dit zo geheim blijven?
In eerste instantie hebben we – de uitgeverij en ik – gekozen voor een pseudoniem om niet in de knoop te komen met het andere werk dat ik op dat moment deed. En eigenlijk vond ik het ook wel fijn om onder een pseudoniem te schrijven, ik hoefde nergens rekening mee te houden. Inmiddels zou ik niet meer in de knoop komen met ander werk als ik mijn pseudoniem zou laten varen, maar het bevalt me nog steeds goed om onder een andere naam te schrijven. Er gaat wel een dag komen dat we het pseudoniem loslaten, of in elk geval vertellen wie erachter zit. Maar wanneer, dat weet ik nog niet.
Kun je iets meer over de persoon achter Linda van Rijn vertellen? Bijvoorbeeld of je fulltime schrijft of nog andere werkzaamheden ernaast hebt?
Op dit moment schrijf ik fulltime. Twee thrillers per jaar is een hoop werk en ik wil er ook af en toe andere projecten bij doen. Ik heb bijvoorbeeld twee keer een minithriller uitgebracht – Vakantievrienden en Voetbalvrouwen – en ik vind het leuk om dat nog een keer te doen. Volgend jaar ga ik dat niet redden, maar misschien het jaar erop weer.
De eerdere winterthrillers spelen zich allemaal af in het buitenland. Winterwereld speelt zich af in Nederland. Is dit een bewuste keuze geweest?
Ja, dat was een bewuste keuze. Eerder heb ik ook bij de zomerthrillers, die tot dan toe altijd in het buitenland speelden, gekozen voor Nederland. Omdat Zeezicht mede daardoor erg goed aansloeg, heb ik het bij Zomerhuis weer gedaan en nu was het logisch om ook voor Winterwereld Nederland als setting te kiezen. Ook om niet in herhaling te vallen, want bij een buitenlandse bestemming ga je al snel voor sneeuw en wintersport en dat had ik al een paar keer gedaan. Vorig jaar koos ik met Winterzon al voor een zonbestemming, met dezelfde reden: om niet altijd met het verhaal in een wintersport-setting terecht te komen.
Kost het je moeite om voor elk nieuw boek een originele hoofdpersoon te verzinnen? Hoe doe je dat?
Nee, gek genoeg gaat dat bijna vanzelf. Op een of andere manier zit er altijd wel een personage in mijn hoofd. Of een idee voor een personage, dat ik dan verder ga uitdenken en uitwerken. Dat vind ik ook een van de leukste dingen aan het schrijven: het ontwikkelen van personages. Een idee voor een boek begint bij mij ook vaak met een personage of een heel vaag en nog niet uitgewerkt plot, waar ik dan ook meteen een hoofdpersoon bij heb. Daarna ga ik zowel de hoofdpersoon als de verhaallijn verder uitwerken. Ik verzin van alles en schrijf dat op, inclusief iemands lengte, haarkleur, opleiding, eerste verkering, muzieksmaak, alles. Veel ervan gebruik ik niet in het boek, maar ik wil dat een personage ‘af’ is, dat het echt een mens is. Dan is het ook makkelijker om dit personage als echte persoon in het verhaal neer te zetten.
Welke eigenschappen dient een hoofdpersonage te hebben om daadwerkelijk een gezicht te krijgen?
Voor mij is het dus belangrijk dat ik geen eendimensionaal figuur creëer, waarvan ik alleen de eigenschappen of uiterlijke kenmerken verzin die ik nodig heb voor het verhaal. Daarom geef ik iemand een verleden en denk ik goed na over uiterlijk en bijvoorbeeld kleine tics die iemand ‘eigen’ maken. Verder vind ik het belangrijk dat een personage realistisch is, inclusief minder mooie of irritante eigenschappen. De hoofdpersoon kan ook best twijfelen, dubben, zeuren of bang zijn. Wel kies ik er altijd voor dat het hoofdpersonage uiteindelijk sterker uit de bus komt dan je misschien zou verwachten, omdat ik geloof dat een hoofdpersoon het verhaal moet kunnen dragen – het moet hem of haar niet alleen maar overkomen – en een actieve bijdrage moet kunnen leveren aan de plot.
Je schrijft twee boeken per jaar, dat is best veel. Hoe blijf je gefocused om te schrijven?
Ik maak een planning en stel mezelf vervolgens deadlines op het gebied van hoofdstukken en woordenaantallen. Natuurlijk zijn er dagen dat er amper een woord op papier komt of dagen dat het juist bijna vliegend gaat en de ruimte om soms wat rustiger te doen en soms wat te versnellen is er natuurlijk, maar over het algemeen ben ik streng voor mezelf om mijn eigen deadlines te halen. Zomaar achter mijn computer gaan zitten wachten op inspiratie is niet mijn manier van werken. Zonder deadlines zou ik niks uitvoeren, vrees ik.
Waar haal jij je inspiratie vandaan?
Dat kan van alles zijn: iets wat ik in de krant heb gelezen, of op internet, een verhaal dat iemand me heeft verteld en waar ik een klein deeltje uithaal en dan verwerk tot een ander verhaal. Veel komt ook uit mijn eigen hoofd, of ik lees of hoor ergens een thema dat ik zou kunnen gebruiken en verzin het verhaal er dan omheen. Ik denk dat ik, als ik geen boeken zou schrijven, ook allang in een gesticht zou zitten vanwege al die verhalen die zomaar in mijn hoofd ontstaan.
Schrijven zit in iemands bloed zeggen ze weleens. Geldt dit ook voor jou?
Ja, zeker. Ik ben altijd bezig met mogelijke verhalen en heb het ook echt nodig om lekker te schrijven, personages te verzinnen, plotwendingen te bedenken en uit te voeren. Ik heb een telefoon vol aantekeningen, losse zinnen, mogelijke titels en dan nog een heel scala aan opschrijfboekjes met dezelfde inhoud.
Zou je wel eens heel wat anders willen schrijven dan een thriller? (en dan de boeken die je schrijft onder de naam Sandrina Jolie)
Thrillers schrijven vind ik echt het allerleukste om te doen, dus ik zie mezelf niet snel van genre wisselen. Ik vind het wel erg leuk om te variëren met de boeken en de kortere verhalen. Sandrine Jolie was een leuke uitstap, maar ik denk niet dat ik daar nog een vervolg aan geef. Het personage is sterk maar na de boeken die ik heb geschreven, is het nu uitgewerkt. Al was het erg leuk om eens één personage als uitgangspunt te nemen en daar een serie omheen te maken. Dat is iets wat ik nog weleens zou willen doen.
Wat lees jezelf graag?
Thrillers, thrillers, thrillers. Bekende Nederlandse auteurs als Saskia Noort, Esther Verhoef en Marion Pauw, voor wie ik veel bewondering heb. Van Nicci French heb ik geen boek overgeslagen en ook van ‘rauwere’ auteurs als Harlan Coben, Mo Hayder en Deon Meyer kan ik erg genieten.