Wat is voor jou de reden of zijn de redenen om voor een pseudoniem te kiezen?
De redenen kunnen uiteenlopen, maar in dit geval publiceer ik al onder een andere naam. Ik koos voor Anne van Doorn om te voorkomen dat de lezers die me onder die andere naam kennen, exact hetzelfde verwachten. Die andere naam zou verkeerde verwachtingen oproepen. Dan vind ik het netjes om voor een andere auteursnaam te kiezen. Daarnaast is een pseudoniem prettig als je werk en privé wilt scheiden.
Wanneer las jij jouw eerste thriller? Van welke auteur? Lees je ook andere genres?
Mijn eerste thriller? Ik denk dat het de Sherlock Holmes-verhalen van Arthur Conan Doyle waren. Die ontdekte ik eind jaren tachtig, toen ik nog op de middelbare school zat. Een tante had een boek met acht verhalen in de kast staan. Ik weet nog hoe gaaf ik het vond die te lezen. Ik lees wel veel detectives, soms thrillers. Daarnaast lees ik ook wel informatieve boeken, true crime, fantasy, biografieën, en heel soms iets literairs.
Op jouw site staat dat Agatha Christie en Arthur Conan Doyle jouw inspiratiebronnen zijn, waarom spreken zij jou meer aan dan de nieuwere thrillerauteurs zoals Karin Slaughter of Stephen King om maar een paar voorbeelden te noemen?
Slaughter en King zijn Amerikaanse auteurs, en daar houd ik niet zo van. Mijn favorieten zijn meestal Britten, soms een Scandinavische auteur als Indridason. Wat mij aanspreekt bij Arthur Conan Doyle is dat hij verhalen weet te bedenken die alles behalve alledaags zijn, die mysterieus zijn. Toch komt hij elke keer met een logische verklaring. Ik houd daar erg van. Hij is heel creatief. En Agatha Christie is er erg goed in een detectiveverhaal te schrijven dat vol staat met aanwijzingen waarmee je zelf een mysterie kunt oplossen. Ik heb werk van veel verschillende detectiveschrijvers gelezen, maar deze twee vormen voor het detectivegenre toch wel de internationale top allertijden.
Ik heb jouw boek, De ouders keerden niet terug, gelezen en beoordeeld als vrouwenthriller. Wat vond je daarvan? Heb je het ook als vrouwenthriller geschreven of juist niet? Waar moet een vrouwenthriller volgens jou aan voldoen?
Ik was erg blij met je oordeel! Mijns inziens volkomen terecht. Mijn hoofdpersoon is Lowina de Jong, een jonge vrouw die het detectivevak leert van vakman Robbie Corbijn. Ik wilde afwijken van het standaardkoppeltje van de slimme speurneus en zijn mannelijke, wat minder slimme assistent. Lowina is een leuke, sympathieke persoonlijkheid. Ze is gedreven, maar ook onzeker. Maar ze groeit in het vak. Wie weet is ze op een dag haar leermeester te slim af! Een vrouwenthriller is wat mij betreft een spannend boek met een vrouwelijke hoofdpersoon. Dat de hoofdpersoon een vrouw is, kleurt het verhaal. Hetzelfde boek zou anders zijn geweest als de hoofdpersoon een man was geweest. Als ik Robbie Corbijn een mannelijke assistent had gegeven, zou 'De ouders keerden niet terug' echt anders zijn geweest.
Als ik naar jouw titels kijk, hebben die een soort ritme, ze doen mij inderdaad denken aan titels die ik ken van Agatha Christie, bijvoorbeeld Moord in de bibliotheek (een van mijn favorieten) of De man in het bruine pak. Wat heeft je voor deze type titels doen kiezen?
Het wijkt af. De laatste jaren zijn korte, krachtige titels populair. Maar het detectivegenre heeft ook veel langere titels in omloop gebracht, zoals inderdaad De man in het bruine pak van Christie, De man met de misvormde lip van Doyle en De man die even wilde afrekenen van Sjöwall & Wahlöö. Ik houd van titels die vragen oproepen. Zoals bij mijn debuut. Die titel roept de vragen op wiens ouders niet terugkeerden, waarnaar ze niet terugkeerden en waarom ze niet terugkeerden. Hetzelfde effect beoog ik met mijn tweede roman De student die zou trouwen, over student Jan Willem de Geer die negen dagen voor zijn huwelijk verdween na bezoek aan een boekhandel. De titel suggereert dat de trouwdag niet doorging. Waarom niet? Omdat hij verdween? Hangt zijn verdwijning dan met zijn huwelijk samen?
In De ouders keerden niet terug gaat over een onderwerp dat best moeilijk bespreekbaar is, vluchtelingen, Saddam Hoessein en onopgeloste zaken. Toch weet je het terug te brengen tot een spannend verhaal. Hoe heb jij je in dit onderwerp verdiept? Alleen door het nieuws te volgen of heb je meer research gedaan?
Veel research! Ik heb voor dat boek alles bij elkaar twintig à dertig boeken gelezen. Bijvoorbeeld biografieën van mensen die te lijden hadden onder het regime van Saddam Hoessein, en boeken van privé-detectives die vertellen over hun werk, en true crime-boeken. Ik heb ook wetboeken bestudeerd die betrekking hebben op het detectivevak. Best intensief.
Komt er nog iets van een romance tussen Robbie en Lowina?
Ah, dat zal ik eens verklappen! Nee, dat hoor je niet van mij, Diane! Maar Frederico, met wie Lowina bevriend is, vreest het in elk geval wel...
Je beschrijft de zaken waar Robbie en Lowina mee bezig zijn alsof ze zo uit een archief komen, ik vond ze net echt lijken en kreeg er kippenvel van. Waar haal je deze inspiratie vandaan?
Dank je wel voor het compliment! Ik lees natuurlijk veel. Een schrijfster die ik ook bewonder, is Baroness Orczy, een van de inspiratiebronnen van Agatha Christie. Zij schreef detectiveverhalen op zo'n manier dat het leek alsof het ging om waar gebeurde verhalen, onopgeloste zaken. Dat deed ze heel knap. Dus van haar heb ik dat geleerd. En daarnaast vormt de realiteit een inspiratiebron.
Er stond bij jouw beschrijving op vrouwenthrillers dat de volgende delen in hoog tempo zullen worden uitgebracht, betekent dat dat ze allemaal al geschreven zijn en klaarliggen? Of ben je er nog mee bezig zodat je eventuele kritieken uit recensies of last minute veranderingen er nog in kunt verwerken. En wat is de reden van het snelle tempo?
Ik schrijf veel. Toen
De ouders keerden niet terug verscheen, was de eerste versie van de tweede roman al gereed, en ik had tien korte verhalen klaarliggen. Die tien verhalen, gemiddeld 9000 woorden lang, zijn inmiddels allemaal verschenen als e-novelle. Ondertussen staat de tweede roman,
De student die zou trouwen op het punt van verschijnen, die komt op 22 mei uit. En ik heb alweer twaalf korte verhalen klaarliggen. Dus in twee à drie jaar komen er meer dan twintig verhalen in omloop. Dat is een flink hoog tempo! Wie overzicht wil houden van alle publicaties, kan het best kijken op mijn website
www.annevandoorn.be.
Denk je dat de lezer ook vraagt om een snel vervolg omdat we tegenwoordig met al dat bingewatchen e.d. alles sneller willen lezen?
Nou, dat durf ik niet te zeggen. Maar misschien ken je wel het gevoel na het lezen van een goed serieboek dat je niet kunt wachten op het volgende deel. Daarop wil ik inspelen. Men hoeft niet te wachten op een volgende roman, maar krijgt maandelijks een korter avontuur voorgeschoteld. Ik houd zelf erg van die kortere verhalen. Als lezer moet je alleen niet hetzelfde verwachten als een volledige roman. Als je dat eenmaal begrijpt, zijn korte detectiveverhalen heerlijk leesvoer. Ik lees zelf elke dag één kort verhaal. Christie en Doyle hebben in dit genre de beste geschreven, van hen leer ik het vak.
Is er een kans dat we Robbie en Lowina ooit in een televisieserie of in een film tegen zullen komen? Wie zullen dan de hoofdrollen op zich nemen? Welke acteurs?
Het zou in elk geval een leuke, afwisselend serie opleveren, echt interessant voor de detectivefan. Maar ik verwacht het niet zo snel. Nederlandse televisiemakers schrijven toch liever hun eigen verhalen die aan een strak format moeten voldoen. Hooguit "lenen" ze de personages, die ze vervolgens ook veranderen, en dat vind ik minder interessant. Ik volg zelf geen Nederlandse dramaseries, dus ik zou werkelijk niet weten wie geschikt zouden zijn voor de hoofdrollen.